De eerste zomer dat ik met de zeeverkenners van de Zuiderkruisgroep uit Hilversum naar ‘zee’ ging was in 1958. Marken was toen net met een dijk met de vaste wal verbonden. Met mij ontdekten velen nadien het vaaravontuur op het open water met zijn schilderachtige havens. Na Flevoland dreigde in de jaren ’60 ook inpoldering van de Markerwaard. Als journalist en enthousiast zeiler zette ik mij schrap daar tegen. Met een beschrijving van de plaatsen ‘Rond het IJsselmeer’, waarvan een deel het open waterfront zou verliezen. In laatste regels de wens: Gisteren was het heden. Wat zal de nieuwe morgen brengen? Land werd water, water werd land. Water bleef water. Laat het water blijven!
‘Toen het boek verscheen in 1971 kon ik niet nalaten een exemplaar te sturen naar de toenmalige Minister van Verkeer en Waterstaat, W. Drees. Tot mijn verrassing kreeg ik antwoord: Met aandacht zal ik lezen wat u daarin ook over ’t Nieuwe Land zegt.'
Of het heeft geholpen weet ik niet. Maar het water is gebleven!