Jan van Diene met zijn drie zonen Sjoerd, Jacob en Jurie.
In 1856 wordt op Urk Jan van den Berg geboren, op Urk beter bekend als Jan van Diene. Hij krijgt deze bijnaam omdat zijn moeder, afkomstig van Terschelling, Dedde Zwaal heet maar op Urk Diene wordt genoemd i.p.v. Dedde. Klinkt logisch hè?
De naam van den Berg vindt zijn oorsprong in de bult van Urk ofwel de “berg” van het eiland, waar het oude dorp op is gebouwd. Als je daar woont is de keuze voor de naam Van den Berg ook wel logisch.
Jan van Diene krijgt vier zonen, waarvan er één op jonge leeftijd overlijdt en een aantal dochters, die voor het verhaal verder niet interessant zijn. Bij de tweede zoon Jacob gaat er iets verkeerd bij de aangifte bij de burgerlijke stand: hij wordt namelijk ingeschreven als Jacob van de Berg. De n ontbreekt en is voor Jacob voorgoed verloren. Er valt niets meer aan te veranderen. Hij zal voortaan zonder de n van den Berg door het leven moeten. Op zich is dit ook weer niet zo heel erg want ze noemen hem op Urk toch “Jauwk van Jan van Diene”.
Het heeft ook als voordeel dat alle nu levende Urkers, die van de Berg heten, afstammen van de tweede zoon van Jan van Diene, Jacob geboren in 1880. Dan weet je tenminste “van wie je ur iene bin”, gemakkelijk toch. Ook mijn hulp-reporter op Urk, Otto van de Berg is dus een nakomeling van Jacob. Jacob is zijn bèbe (opa) en over deze Jacob gaat de rest van dit verhaal.
De oude Jan van den Berg, Jan van Diene, is niet onbemiddeld en hij financiert voor Jacob, net als voor zijn andere zonen, een botter om mee te vissen in 1907, met het nummer UK 7 maar dat zal wel toeval zijn. De jonge Jacob, pas getrouwd vist ermee op de Zuiderzee en de Noordzee.
In 1908 staat de botter voor een verf en teerbeurt op de werf in Urk. Jacob bevestigt tijdens dit onderhoud aan het roer een stuk touw, waarmee hij het roer naar de botter toe kan trekken om het gemakkelijker in de verf te kunnen zetten. Bij de te waterlating wordt dit touwtje vergeten en blijft het aan het roer hangen.
Uitvaren van de vissersvloot op Urk
In de eerstvolgende visweek vaart Jacob uit met slecht één andere man, Jan Schraal, aan boord omdat de derde man ziek is. Dan maar met z’n tweeën vissen, dat kan ook en om de beurt slapen dus. Als Jan in het vooronder ligt te slapen komt onverwacht de giek over en slaat de karpoes van Jacob zijn hoofd en overboord. Jacob laat zich niet zo gemakkelijk scheiden van zijn muts en pakt een pikhaak om zijn hoofddeksel uit het water te vissen. Op dat moment komt de giek weer over en deze keer krijgt Jacob hem tegen zijn hoofd, verliest zijn evenwicht en belandt in het water.
Zoals veel vissermannen kan ook Jacob niet zwemmen en kan je zeggen dat hij zich in een penibele situatie bevindt. Maar daar ziet hij het vergeten touwtje aan het roer achter de botter aan slepen. Jacob weet het vast te pakken en zet het op een schreeuwen. Hierdoor wordt zijn maat Jan wakker en die weet hem na het toewerpen van een touw met strop aan boord te trekken. Gelukkig kan Jacob hierdoor het verhaal na vertellen: Een vergeten touwtje heeft zijn leven gered! Of hij zijn karpoes weer op had, weet ik niet.
Door de klap van de giek is Jacob de rest van zijn leven stokdoof. De communicatie met hem verloopt via een opschrijfboekje. Dit belet hem niet de leeftijd van 89 jaar te bereiken en voor een aantal nazaten te zorgen. Hij krijgt maar liefst acht zonen en dientengevolge lopen er inmiddels genoeg “Van de Bergjes” rond op Urk.
Jacob op een bankje op Urk. Het is geen “leugenbankje” want daar hield hij niet van ondanks dat hij de leugens toch niet kon horen.
Bronnen: Urker Volksleven van september 2010 en april 2017, Otto van de Berg.
Foto’s: uit Urker Volksleven van april 2017 en 10e jaargang nr. 55 en Uitvaren vissersvloot uit collectie Zuiderzeemuseum. Fotograaf onbekend.