In Wanneperveen durven ze het aan. Misschien dat er wel gedacht wordt: klein maar fijn. Voor wie onbekend is in het Land van Vollenhove is het even zoeken. Maar net aan de rand ten zuid-oosten van Giethoorn en dichter bij Meppel dan bij Steenwijk ligt een lang lintdorp: Wanneperveen. Het dorp is eigenlijk een lange straat lang: Veneweg. In de loop van de decennia zijn er een paar straten aan de noordzijde van Wanneperveen bijgebouwd. Maar het karakter van de Veneweg is hierdoor niet aangetast.
De drie dorpsdelen zijn: Westeinde, Wanneperveen en Dinxterveen. De lintbebouwing gaat naadloos in elkaar over. Helemaal in het buitengebied ligt Ronduite op de weg naar Sint Jansklooster en naar het zuiden komt de reiziger Doosje nog tegen.
Maar wat willen ze in het dorp? Omdat deze tijd van het corona tijdperk een overvloed aan tijd heeft die toch nuttig besteed moet worden, is de gedachte om een lokaal koekje of koek te bedenken. Iets eigens waardoor iedereen zal zeggen: dat komt uit Wanneperveen. De dorpelingen willen af van de Blokzijler Brok die Blokzijl wel maar Wanneperveen niet op de kaart zet. Het moet ook geen tweelingzusje van het dûmke worden want daar is Friesland al mee aan de haal gegaan.
Er wordt gedacht aan een koek(je), het moet (uiteraard) lekker zijn en je mag er best een paar bij de koffie of thee nemen in plaats van een. De smaakpapillen moeten in beweging worden gebracht.
Om eens even een paar suggesties te doen: het zou een langwerpig koekje moeten worden, dat doet recht aan de lengte van het dorp en in het bijzonder de Veneweg. Die van het Westeinde tot aan Dinxterveen loopt, globaal zo'n 5 kilometer tot aan Sint Jansklooster. Wanneperveen ligt in een waterrijk uitgeveend gebied. Een plaatkoek en daar repen of reepjes van zo'n 5 cm van snijden; dan komt de lengte ook een beetje tot zijn recht. 10 cm zou ook kunnen maar dan moet het de structuur van een stevige koek hebben.
Uit veen wordt turf gewonnen. Maar een turfje bedenken lijkt niet erg origineel omdat de bakker in Oldemarkt dat al in het assortiment heeft.
Wanneperveen had ook een bescheiden vissersvloot die op de Zuiderzee op de bekende vissoorten ging vissen. Een visje van een centimeter of 10. Dat is voor een koekje allang niet meer ondermaats te noemen. Het hangt nu af hoe de koek verder ingevuld gaat worden of er ruimte is voor een of twee bij de dagelijkse koffieronde.
Speculaaskruiden gaat het niet worden, dat zit al in de van oorsprong mislukte Blokzijler Brok. De bedoeling van de plaatselijke bakker was om begin december een plaat speculaas te maken maar dat mislukte waardoor het baksel in stukken werd gesneden en als mislukt werd verkocht. De rest is geschiedenis. Het mislukte baksel werd een succes.
Een zandkoek van roomboter, toegegeven een beetje luxe voor een eenvoudige boerenbevolking en kleine vissers maar enige vooruitgang is ook hier wel te bespeuren. Anijs geeft een prettige smaak, misschien een lepeltje gembervocht om het net een eigen smaak te brengen. Zout en peper als vanzelf.
Een platte koek of een beetje meer driedimensionaal. Vooral dat laatste, dat komt wel overeen met de turf en de koeienvlaai.
De andere ingrediënten van het succeskoekje blijven geheim zoals het hoort. De bakker in Meppel kan aan de slag en op 7 november wordt het koekje gepresenteerd. Dat het koekje in Meppel wordt gebakken komt omdat Wanneperveen van alles heeft maar geen bakker.
Iedere suggestie voor een goed koekje is in Wanneperveen welkom, en al het bovenstaande over vorm, lengte etc., het is slechts hardop denken en aan de fantasie ontsproten, maar ook een illusie kan iets leuks opleveren.
bijdrage geplaatst: 20 juni 2020
afbeeldingen: auteur