Verhaal

Van kampioen tot krabbelaar

Fallback image Bert Kampen

Ik heb goede herinneringen aan schaatsen op natuurijs, al was het met wisselend succes.

DSC01785 (2).JPG

Ik ben in Enkhuizen opgegroeid, aan het water. De Oosterhaven voor de deur, maar daar werd het ijs altijd verpest door de gasboot die er twee keer per dag door heen ging, juist als het begon te vriezen (zie Een goede winter komt met geweld ). Als jongens gooiden wij soms uit protest stenen naar die rot boot.

Het lijkt nu alsof wij in die tijd, de jaren vijftig, ieder jaar konden schaatsen… Achter de zeemuur had je toen "de kom"; het water tussen de eerste dam in het Krabbersgat en de zeemuur. Daar was het niet diep en was het ijs snel dik genoeg om te schaatsen, en daar heb ik het dan ook goed geleerd.

In de winter van 1963 werkte ik al bij constructiebedrijf Jo de Bruin, maar nam regelmatig vrij om mee te doen aan kortebaanwedstrijden. Samen met Gosse van der Veen, die al een auto had, reed ik veel wedstrijden in de omgeving af. Het was meer voor de lol, want winnen deed ik niet vaak. In die lange winter reden er veel boeren en vissers mee, die alle tijd hadden. Zij reden iedere dag wedstrijden en trainden ook veel meer. Kortebaanwedstrijden werden verreden over 160 meter, met z’n tweeën tegen elkaar.

Min of meer toevallig ben ik in die tijd wel derde geworden bij de junioren kampioenschappen van de KNSB, gewest Noord-Holland of zoiets. Met een paar jongens, waaronder Eddy Kornalijnslijper, gingen wij in zijn Morris Mini Minor naar Wormerveer, in de veronderstelling dat het gewone kortebaanwedstrijden waren, maar dat was dus een officieel kampioenschap. Ik had blijkbaar een goede dag, want werd tegen de verwachting in derde.

DSC01769 (2).JPG

de finish van een kortebaanwedstrijd

Toen ik in militaire dienst was bij de Marine in Den Helder, werd ik zowaar uitverkoren om mee te doen aan het landelijke militaire kampioenschap in Deventer. Ik moest samen met een officier proefrijden op de ijsbaan in Den Helder en toen vonden ze mij goed genoeg om mee te doen. Het leek mij wel leuk, even een dagje er tussenuit en met Jan Broekhuizen, die mee ging als coach, reed ik naar Deventer. Nou dat werd geen groot succes, want het bleek dat er verschillende leden van de kernploeg meereden, zoals Ard Schenk, die toen bij de luchtmacht gelegerd was. In vergelijking met hen was ik maar een armzalige krabbelaar. Toch was het een bijzondere dag, leuk om mee te maken.  

Het hoogtepunt van mijn schaatscarrière kwam in 1970. In dat jaar werd door de Enkhuizer IJsclub een ijsbaan geopend in de Weeshuispolder. Ter gelegenheid van die opening werden er ook wedstrijden gehouden. Ik deed mee aan een afvalrace over een groot aantal rondjes. Iedere ronde vielen er een paar af, die als laatsten over de streep kwamen.

Jan Schilder e.a. (2).jpg

deelnemers aan de afvalrace

Toen het einde van de wedstrijd naderde lag ik tweede. Voor mij reed alleen mijn collega Jan Koopen, een grote beer van een kerel. Normaal gesproken had ik hem niet meer ingehaald, want hij reed zo hard door, maar in het zicht van de overwinning reed hij in een scheur en kwam hard ten val. Vervolgens reed ik hem fluitend voorbij. Ja, vallen hoort ook bij schaatsen en als je wilt winnen dan moet je op je benen blijven staan! Met die overwinning heb ik de krant gehaald (zie foto boven het verhaal).

Ik heb dus niet zo veel prijzen gewonnen, maar wel altijd veel plezier gehad in het schaatsen. In 1996 heb ik nog de legendarische tocht naar Stavoren gereden en in 2012 de grachtentocht in Enkhuizen. Ik heb nog altijd geschaatst als het mogelijk was op natuurijs. Wel herinner ik mij dat het de laatste keer niet zo heel soepel meer ging. Nu is het weer wachten op nieuw natuurijs en dan is het nog maar de vraag of ik de schaatsen nog zal onderbinden. Ik heb ze in ieder geval nog wel…

 

Opgetekend door Corry Blok-Plas 3-02-2021.

foto's: archief Jan Schilder