Vorig jaar was er een tentoonstelling in het binnenmuseum over de winter. Zo ook die van 1979. Een winter waarop volop geschaatst kon worden en de oversteek van Holland naar Friesland mogelijk was. Dan moet het echt gevroren hebben.
Of een herinnering aan de winters van 1985 en 1986, toen in Friesland de Elfstedentocht werd gereden. De laatste dateert inmiddels alweer van 1997. Dat wil zeggen dat een hele generatie zich niet meer de spanning en sfeer heeft meegemaakt die dat met zich meebrengt.
Toch ervaren we de winter nog steeds als winter, omdat de dagen met daglicht beduidend korter zijn dan tijdens de hoogzomer. Van dat gegeven maakt het Zuiderzeemuseum jaarlijks gebruikt om panden en bomen in het buitenmuseum aan te lichten.
Tegen die achtergrond klinkt een verhaal dan nauw verbonden is met de Zuiderzee. Deze keer was dat het verhaal van de drie Durgerdammer vissers die op 13 januari 1849 vrij laat in de middag nog op het ijs zijn gaan vissen. Omdat er vrijwel geen open water was moest er eerst een gat worden gemaakt.
De drie visser: vader Klaas Bording met zijn zonen Klaas en Jacob stonden op het ijs maar zonder het goed en wel te beseffen raakten zij steeds verder van het land. De schots was afgebroken en dreef naar open water. Dat betekende het begin van een angstig en volstrekt onvoorspelbaar avontuur. Drijven op een ijsschots: kou lijden, geen beschutting, geen eten dan alleen een paar gevangen vissen en geen water om de dorst te lessen. Drijvend naar de hoe waar de wind je heen drijft.
Naar het noorden, en met de contouren van Enkhuizen duidelijk in beeld, en misschien de redding nabij, steekt de wind ineens uit een andere hoek en gaat het naar het oosten. Pas in de buurt van Vollenhove worden de ijsschots met een paar stippen opgemerkt door een schipper. De Bordings zijn gered en worden aan boord genomen en in Vollenhove aan land gebracht. Na een zwerftocht van twee weken weer aan wal en een hachelijk avontuur is ten einde.
De blijdschap is groot dat de drie terecht zijn, toch komt er korte tijd later wel een domper als vader en zoon alle ontberingen niet meer te boven blijken te komen en alleen Jacob naar Durgerdam terugkeert.
Een vissersgezin zwaar in de rouw en gedupeerd, twee kostwinners verloren. Er wordt op veel plaatsen een inzameling gehouden om Jacob in staat te stellen een nieuwe vissersboot te kopen.
Het verhaal van de Bordings is in boekvorm verschenen, maar werd ook in de pers breed uitgemeten.
In Vollenhove staat bij de Haven een monument waar het drietal is vereeuwigd. Vader en zoon zijn ook in Vollenhove begraven.
Tegen het schijnsel van Zuiderzeelicht komt dit verhaal in fragmenten naar je toe als bezoeker. Het is moeilijk om er een concrete voorstelling van te maken. Ontberingen passen niet bij deze tijd. Wat de wandeling toch een winters tintje gaf was het loeien van de wind door de stagen van de vele aangemeerde pleziervaartuigen in de naastgelegen passantenhaven
Bijdrage geplaatst: februari 2023
Afbeeldingen: auteur