Toen ons land in januari 1916 door een watersnoodramp getroffen werd, begreep het Roode Kruis dat het mede tot zijn nationale taak behoorde om in te grijpen. De nood was dan wel niet ontstaan door oorlogsgeweld, waar het Rode Kruis zich normaal eigenlijk mee bezig hield, maar de effecten van de elementen waren toch minstens net zo ingrijpend.
Het Rode Kruis kwam gelijk in actie. Dit deed het niet alleen op medisch vlak, wat het gewend was, maar ook op sociaal vlak. Het Rode Kruis zette zich in om kleding te verzamelen, boden hulp bij het verschaffen van onderdak en voeding, en op vele andere vlakken waar hulp nodig was.
Onder leiding van het Rode kruis werd er in heel Nederland kleding in voedsel voor het getroffen gebied verzameld. Het resultaat was groot, gelijk ook te verwachten viel.
Ook richtte zij noodhospitalen en nood-ziekeninrichtingen op. De ziekeninrichtingen waren niet zozeer bedoeld voor slachtoffers, maar vooral voor de opvang van zieken en zwakkeren. Volgens de omschrijving van het Rode kruis waren deze Nood-ziekeninrichtingen, voor de door het ongeval getroffen zieken, o.a. typhuspatiënten en kraamvrouwen die niet vervoerd konden worden.
De watersnoodramp van 1916 heeft voor het Nederlandse Rode kruis een verandering van beleid ingezet die pas drie jaar later door het Internationale Rode Kruis over werd genomen. Waar het Rode Kruis zich eerder alleen in oorlogssituaties inzette, ontstond het besef dat, omdat ook natuurgeweld zijn slachtoffers maakte, het Rode Kruis daarbij ook een functie te vervullen had. De hulp van het Roode Kruis kon slechts zijn van indirecten aard, maar juist door het weldoend karakter, dat van haar uitging, breidde zij het denkbeeld, dat aan haren arbeid ten grondslag ligt, uit, niet alleen in de theorie, maar in de practijk.
De aanblik van een Rode Kruis vlag roept een gevoel van bescherming en onpartijdige veiligheid op. Wanneer de Roode Kruis vlag wappert te midden van een ongelukkige bevolking, hetzij deze heeft geleden door den oorlog, hetzij door den elementen, hulp in aantocht is en weldoend wordt opgetreden.
Bron:
Van der Mandere, H. CH. G.J. Geschiedenis van het Nederlandsche Roode Kruis 1867-1917 Amsterdam: Algemeene Uitgevers-Maatschappij. PDF.