Koninklijke onderscheidingen voor redders in 1974.
De KNRM is een organisatie die zonder staatssubsidie functioneert. Zij moet het hebben van schenkingen, sponsoring door bedrijven en er zijn veel particuliere donateurs. Diverse boten worden met het geld uit erfenissen gekocht. Zo is de "Corrie Dijkstra- van Elk" (prachtige naam trouwens), de kleine snelle boot van station Enkhuizen, samen met drie andere gekocht met geld uit de nalatenschap van dhr. Dijkstra. De boot is vernoemd naar zijn moeder. Als meer dan 50% van de aankoopprijs geschonken wordt, mag de schenker een naam aan de boot geven.
De "Corrie Dijkstra- van Elk"
Uiteraard zijn alle bemanningsleden vrijwilliger. Zij ontvangen als vergoeding in 2016 het mooie bedrag van € 1,25 per uur. Voor de reddingen die zij verrichten hoeft niet betaald te worden. Als er soms toch geld wordt ontvangen dan wordt dit direct gestort in de pot van de KNRM. Ook heeft de bemanning in Enkhuizen wel eens een taart , drie zalmschotels en een teil kabeljauw gekregen als dank. Maar in principe verricht de bemanning het werk dus voor de voldoening en de eer. De eer wordt soms luister bijgezet door medailles en onderscheidingen. Ook wel eens hoge "koninklijke".
In de Ridderzaal tussen Koningin Juliana en Minister President Den Uyl in: Dirk Lub.
Zo werden in 1974 ter ere van het 150 jarig bestaan van de KNZHRM een elftal vrijwilligers onderscheiden. Het betrof mannen die allen al 25 jaar als vrijwilliger bij het reddingswezen betrokken waren. Zij kregen van minister president Den Uyl, in bijzijn van koningin Juliana, de versierselen, die horen bij het ridderschap in de orde van Oranje Nassau, opgespeld. De mannen waren actief bij verschillende reddingstations, van Den Helder tot Breskens. De heer Dirk Lub, schipper van de "Spaanderbank" in Enkhuizen, was de enige van de stations aan het IJsselmeer. Dat waren er in die tijd ook nog maar vier te weten: Hindeloopen, Urk, Lemmer en Enkhuizen.
Een andere schipper van de reddingsboot uit Enkhuizen, dhr. Jan Smith, verkreeg in 1964 al een koninklijke onderscheiding nadat hij al sinds de oprichting in 1944 betrokken was bij het station van Enkhuizen en in 1956 als schipper was benoemd. Ook later hebben nog vele bemanningsleden een lintje gekregen, vaak na 25 jaar dienst als redder.
De KNZHRM zelf heeft ook in de loop der jaren allerlei medailles en legpenningen verstrekt bij bijzondere gebeurtenissen. Zo kreeg in februari 1960 de hele bemanning van de K.F. Sluys een medaille van de directie van de KNZHRM voor de activiteiten in het jaar 1959. Er werd maar liefst 11 keer (!) uitgevaren en 32 mensen aan wal gebracht. Hiermee werd niet onder gedaan voor de stations aan de Noordzee. Ter vergelijking: in 2015 werd 100 keer uitgevaren en 300 mensen gered.
De schipper J. Smith ontving een grote bronzen medaille op de borst en de overige bemanning een kleinere draagmedaille. Verschil moet er zijn, blijkbaar. Ook bij het afscheid ontvingen de schippers Smith en Lub een bronzen draagmedaille voor langdurige diensten en na de oorlog werden er kleine zilveren draagmedailles uitgereikt voor diensten in oorlogtijd. Sinds 1991 is er de medaille van de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij in drie graden.
De drie medailles van Ed Koopman.
De huidige schipper Ed Koopman heeft inmiddels al drie medailles verzameld (en hij is nog jong!) Een bronzen draagmedaille ter ere van 25 jaar dienst als opstapper en plv. schipper. Een koninklijke onderscheiding en de vrijwilligers medaille "openbare orde en veiligheid" voor 30 jaar vrijwilliger voor het reddingstation Enkhuizen.
Commissieleden ontvangen een zilveren. Voor wie zullen de gouden zijn? Voor de Bobo's aan de wal misschien?
foto's: archief mevr. R. Lub, archief S.E. Koopman.
bron: divere krantenartikelen van het NHD en Enkhuyzer Streekblad, Reddingstation Enkhuizen.