In dat jaar kwam Piet Visser met zijn vrouw Lijsbeth Boes en vier kinderen naar de vuurtoren van Marken. Rond de toren bleek ook vruchtbaar water te stromen want er volgden nog twee kindjes; Trijntje werd geboren en als laatste zag broertje Dennis in de bedstede van het vuurtorenhuis het levenslicht. Er was een dokter bij aanwezig maar de kraamhulp ontbrak. Gelukkig kon oudste dochter Eefje een deel van de verzorging op zich nemen.
Zo bestond het gezin Visser vanaf de zestiger jaren uit vader en moeder, drie dochters en drie zonen. Een mooi stel, zoals de foto laat zien. De klederdracht werd door enkele vrouwelijke leden van het gezin lang gedragen. Trijntje tot haar achtste jaar maar moeder tot bijna het einde van haar leven. Zij werd 78 jaar.
Moeder Lijsbeth en dochter Grietje in klederdracht in de deuropening van de toren.
Ik sprak afgelopen week met de oudste en de jongste dochter, Eefje en Trijntje, die beiden nog op Marken wonen. Het wonen bij de vuurtoren lijkt romantisch maar de realiteit was, zeker in de winter, heel anders. Zo moesten zij om naar school te gaan en boodschappen te doen, altijd over een zeedijkje van twee kilometer lang fietsen of lopen. Er was altijd wind en zo zei Eefje: "meestal had je hem heen tegen en terug ook weer". Het was een eenzaam stuk en zeker voor de meisjes in donker of met mist niet leuk.
De gasboot uit Enkhuizen bracht gas maar elektriciteit was er niet. Dus een tv, wasmachine of een stofzuiger behoorden niet tot de standaard uitrusting van de familie Visser. Voor moeder Visser kan je dan ook alleen maar bewondering hebben! Er hing een grote olielamp boven de tafel totdat er op een goede dag een aggregaat werd geïnstalleerd, die zowel figuurlijk als letterlijk voor "verlichting" zorgde.
Ook was de ruimte beperkt voor een gezin van 8 mensen. Hoewel er na de gezinsuitbreidingen een verbouwing plaats vond - op het achterste gedeelte werd een bovenverdieping van hout (zie het groene gedeelte op de onderstaande foto) gebouwd - bleef het passen en meten. De meisjes sliepen vlak onder de machinekamer waaruit een hels kabaal kwam als de misthoorn van zich liet horen. En we kwamen tot de conclusie dat er vroeger veel meer mist was dan tegenwoordig. Daarnaast waren de meisjes soms bang dat het vliegwiel van de motor los zou schieten en met een rotgang door de houtenvloer heen in hun bed zou belanden. Een waar schrikbeeld ............... Ook voor het kruiende ijs waren ze wel eens bang en niet ten onrechte..............
Trijntje moest een keer samen met haar moeder vluchten vanwege het kruiende ijs.
Vader Piet was met zijn aanstelling als vuurtorenwachter ook Rijksambtenaar geworden en mocht dus niet illegaal vissen rond de toren omdat hij dan ontslagen zou kunnen worden. Maar ja die kinderen hè.....................
Zo weet Eefje zich nog te herinneren dat ze met haar vader - of was het toch een broer - in de strenge winter van 1963 op spieringvangst uitging. In het dikke ijs moest eerst een bijt worden gehakt en daarin werden dan lange stokken met een net eraan geschoven om de alom aanwezige spiering binnen te halen. Deze visjes werden gebakken en vooral de kleine, die lekker knapperig waren, werden met huid en haar door het gezin verslonden. Op een dag waren ze vrij ver van de toren afgedwaald en kwam er tot overmaat van ramp mist opzetten. De toren was niet meer te zien maar gelukkig was moeder Lijsbeth zo slim om de misthoorn aan te zetten en op het geluid af werd de wal terug gevonden.
Ook in de zomer vonden diverse vis activiteiten plaats; met fuiken, netjes en kistjes, van alles werd geprobeerd om vis en dan vooral paling binnen te halen door de kinderen Visser. Wel was er vaak sprake van een kat en muis spel met de waterpolitie, die met hun boot helemaal vanuit Enkhuizen kwamen opstomen om o.a. de illegale vis activiteiten rond het Paard van Marken te controleren en zo nodig te beboeten. Saillant detail was dat in die tijd de commandant van de Rijks waterpolitie van Enkhuizen een echte Marker was, Dhr. Altena. Maar ja in die tijd waren ze uiteraard nooit corrupt of partijdig!
De aanstelling van Piet Visser is nooit in gevaar gekomen. Hij was een zeer respectabel burger van Marken, die vele jaren in de gemeenteraad zitting had, wethouder en loco-burgemeester is geweest. De kinderen vertrokken één voor één uit de toren maar Piet met zijn vrouw Lijsbeth bleven tot het jaar 1985. Daarna verhuisden zij naar een huisje in de Minnebuurt van Marken.
Bron en foto’s mevr. E. Schipper- Visser, mevr. T. Visser.