Visnet met klossenpees
Je zult je misschien afvragen slapen vissen dan? Ik wist het ook niet. Ik dacht dat vissen vrolijk rond zwemmen, bij voorkeur in scholen, gezellig samen met soortgenoten en een beetje kuit schieten maar nee hoor! De platvissen, zoals tong en schol, schijnen het liefst op de bodem van de zee te bivakkeren met de kop in het zand en de ogen er net boven uit – vind ik wel slim - en laten zich zo dus moeilijk vangen. Nou ja, wij rennen tenslotte ook niet de hele dag rond.
Het doel van een visserman is om vissen te vangen en om die vissen in het net te krijgen moet hij dus zorgen dat ze gaan zwemmen, het liefst rechtstreeks het net in. Hiervoor zijn verschillende wekmanieren ontwikkeld.
Net met wekkettingen
Een gebruikelijke methode, zeker bij de boomkorvisserij, is om kettingen als wekker te gebruiken. Deze kettingen slepen voor het net uit over de grond, woelen deze om en de vissen komen in beweging. Ook in het net zelf zijn nog strengen met kettingen verwerkt. Leuk weetje: vroeger noemde men zo’n wekketting ook wel een “kietelaar”………….. Met veel fantasie zou je kunnen zeggen dat de vissen door de ketting gekieteld worden!
Toen de kotters nog niet zoveel pk’s hadden, waren ze uitgerust met een paar dunne kettingen of soms maar één kietelaar. Naarmate de pk’s toenamen, nam ook het aantal kettingen en de dikte toe. Want meer kracht om de grond om te woelen leverde ook meer vis op. Zo waren er op een gegeven moment kotters met meer dan 3000 pk en wel 22 kettingen aan beide zijden van het boomkortuig. Dit bracht met zich mee dat het gasolie verbruik kon oplopen naar wel 45000 liter per week. Toen de prijs van diesel tot recordhoogte steeg, was dit geen rendabele manier van vissen meer.
Pulsnet met elektroden
Hierdoor raakte de zgn. pulsvisserij weer in zwang. Dit is een methode waarbij in de netten elektrodes hangen die op de bodem een elektrisch veld met stroomstootjes, veroorzaken. Nee, de vissen worden natuurlijk niet geëlektrocuteerd – een dooie vis zwemt niet meer – ze gaan er niet dood aan maar schrikken, komen in beweging en zwemmen met een beetje geluk het net in. Deze visserij methode vraagt een enorme investering aan elektrische installaties op de brug, in de machinekamer en netten met elektroden etc. Het voordeel is dat het tuig veel lichter is dan met de wekkerkettingen en dus minder brandstof vraagt. Bij een lage dieselprijs is het minder rendabel maar het “pulsen” wordt in de Noordzeevisserij toch op grote schaal toegepast. Het werkt vooral goed met tong. Een ander voordeel hiervan is dat de bodem nauwelijks wordt omgewoeld en het daarom een biologisch verantwoorde methode is.
Een andere (wek)methode is de flyshooting. Dit is een moderne vorm van de aloude “snurrevaad”visserij. Snurrevaad lijkt mij een Deens-Urker verbastering van snorrenvaart in gewoon Nederlands. Deze methode komt oorspronkelijk uit Denemarken, waar in de jaren dertig al Urker vissers naar toe reisden om deze vorm van vissen te bestuderen. In het verleden niet echt populair bij de Nederlandse vissers geworden maar tegenwoordig wordt de flyshooting toch op redelijk schaal toegepast. Hierbij wordt vanaf een boei een lijn, zegentouw genoemd, van wel 5 kilometer lang uitgevaren met aan het eind een net. Vanaf het net gaat een tweede lijn terug naar de boei. Daar worden de lijnen op een sterke lier gelegd, waarna de lijnen en het net met grote snelheid naar het schip worden getrokken. De lijnen rollen over de bodem en ja wel hoor de vissen schrikken zich weer een hoedje en zwemmen voor het net uit richting schip waar ze uiteindelijk in de val, het net, lopen omdat de lijnen steeds dichter naar elkaar toekomen. Ook deze methode vraagt weinig energie en de bodem wordt ook nog gespaard maar kan alleen worden toegepast bij voldoende daglicht omdat de vissen de lijnen anders niet zien(!)
Bij de garnalenvisserij op de Wadden wordt de zogenaamde klossenpees (zie foto bovenaan) als wekker gebruikt. Dit zijn houten, rubberen of kunststof blokken, bevestigd aan een ketting, die voor het net uit over de grond rollen. De garnalen springen hierdoor op van de bodem. Ja, ze springen echt en worden vervolgens door het net opgeschept. Ook bij de garnalen visserij is men voor een groot deel overgestapt op de pulstechniek met eenzelfde effect.
Otto van de Berg
Dit alles heb ik natuurlijk niet zelf bedacht maar is mij voor het merendeel met veel geduld uitgelegd en soms beeldend voorgetekend door de Urker schipper van het ZZM, Otto van de Berg, tijdens het meevaren op de museumboot. Het waren leerzame tochtjes door het Krabbersgat!
Tenslotte: Bij de IJsselmeervisserij zijn die wekkers helemaal niet nodig en ook niet toegestaan. De paling, snoekbaars en spiering zijn blijkbaar niet zo slaperig.
Foto’s: Klossenpees van goedevissers.nl, wekkettingen uit Varend Vissen van Cees van der Meulen, pulsnet van seniorenclub-lavivo.nl, afbeelding flyshoot WUR.nl