Geld uit de nalatenschap van Jonkvrouw Maria Margaretha Snouck van Loosen (1807-1885) heeft bijgedragen aan het tot stand komen van een ziekenhuis in Enkhuizen. Maria is de laatste van zes zussen uit het vermogende geslacht Snouck van Loosen, die allen zonder nakomelingen bleven! Zij bepaalde dat de inkomsten uit haar nalatenschap - zo’n 8 miljoen gulden - besteed zouden worden aan “weldadige doeleinden”. Hiertoe werd het Snouck van Loosenfonds opgericht dat in 1897 een terrein aankocht voor het stichten van een ziekenhuis. Dit ziekenhuis werd mede verwezenlijkt door de “Vereeniging tot het verleenen van hulp aan zieken binnen de gemeente Enkhuizen”. Deze vereniging was reeds in 1894 opgericht.
Ter nagedachtenis aan de Jonkvrouw Snouck van Loosen kreeg het gebouw de naam Snouck van Loosen-Ziekeninrichting maar de aanzienlijke bijdragen uit het SvL fonds zullen hierbij zeker een rol hebben gespeeld.
Cornelia Eva Maria Snouck van Loosen, een zus van Maria Margaretha. Ook haar geld vulde het Snouck van Loosenfonds. Bij gebrek aan een foto van Maria, deze zus dan maar. Maria was vast net zo knap.
Er bestaat wat onduidelijkheid over de herkomst van het vermogen van de Snouck van Loosens. Algemeen wordt in Enkhuizen aangenomen dat het geld was verdiend door handel in de VOC tijd maar er gaan verhalen rond dat het voornamelijk met de slavenhandel is verdiend. Hoe het ook zei, Enkhuizen kreeg zijn ziekenhuis, dat in 1900 zijn deuren opende.
Hoewel in de naam van de Vereeniging wordt gesproken van “zieken binnen de gemeente Enkhuizen” betekende dat niet dat de verzorging alleen zieken woonachtig in Enkhuizen betrof. Het Snouck van Loosenziekenhuis had juist vanaf het begin een streekfunktie. Ook mensen vanuit Andijk, Bovenkarspel, Grootebroek en omstreken werden in Enkhuizen opgenomen en behandeld. En daar bleef het niet bij, ook onder de bewoners van het eiland Urk was het ziekenhuis populair. Zij hadden lange tijd de keuze tussen Enkhuizen of Kampen. De Urkers kozen vaak voor Enkhuizen omdat de bootverbinding goed was en men het ook voor een uurtje bezoek niet bezwaarlijk vond om zo’n 1,5 uur heen en weer 1,5 uur terug te varen. Vroeger had men de tijd, blijkbaar.
In 1935 moest de Urker Klaas Koffeman, die redacteur was van de plaatselijke krant, voor het verwijderen van neuspoliepen opgenomen worden. Ook hij ging naar Enkhuizen en maakte gebruik van de gelegenheid gebruik om het ziekenhuis goed te bekijken en de Urker patiënten te bezoeken om daar vervolgens verslag van te doen. Hij was goed te spreken over zijn behandeling en andere aspecten van het ziekenhuis. De in het ziekenhuis verblijvende Urkers trof hij verspreid door het hele ziekenhuis aan. Nee, er was geen speciale Urker zaal, zoals die er ook niet was voor Strekers en andere buitenpoorters.
Urkers lagen gemoedelijk naast Enkhuizers op één zaal. Gelukkig konden zij elkaar goed verstaan, zo hebben ze beiden de gewoonte om een H uit te spreken waar hij niet hoort en de H weg te laten waar hij wel hoort. Zo werd er gesproken van Henkuzers en Hurkers door Enkhuizers want de Urkers noemen de Enkhuizers “Keuzen”. Dit is misschien niet zo’n goed voorbeeld maar allebei hebben ze het over een “iele dag” waar een “hele dag” bedoeld wordt en als ze trek hebben dan hebben ze allen “onger”. Dus dat gaf geen problemen en de Urkers vertelden Koffeman dat ze heel tevreden waren met de behandeling in het Enkhuizer ziekenhuis. Ze wisten waarschijnlijk niet dat het ziekenhuis voor hen dubbel zoveel geld ontving want dan hadden ze misschien meer eisen gesteld. In het reglement van de “Vereeniging” stond namelijk dat de verpleegkosten voor Enkhuizers, die voor rekening van Armenbesturen of Ziekenfondsen werden opgenomen, f 0,50 per dag bedroegen en voor die van buiten Enkhuizen f 1,00!
In de loop der tijd verdwenen de Urkers uit het Snouck van Loosenziekenhuis. Urk was geen eiland meer en de verbinding met Kampen, Zwolle en later Emmeloord werd steeds beter terwijl de bootverbinding naar Enkhuizen verdween. En helaas: ook het ziekenhuis in Enkhuizen verdween. Door regeringsbeleid sloot het in 1975 zijn deuren voor de verpleegafdelingen. Het gebouw is een monument en staat er nog steeds.
Bronnen: Boekje uitgegeven bij sluiting SvLziekenhuis, Urker Volksleven december 2003
foto's: Snouck van Loosen Ziekeninrichting: B. Reekers - Enkhuizen
Cornelia Eva Maria S van L.: fotograaf onbekend.