Visnetten tanen
Een keer per jaar, omstreeks eind mei, als de netten weer in de schuur moesten, werden ze eerst van een teren laagje voorzien waardoor ze langer meegingen: het tanen. Een zeil moet voor de duurzaamheid minimaal een keer per jaar getaand worden. Door het tanen krijgt de stof zijn roodbruine kleur.
Op Marken werd voor het huis in het gras een gat gegraven, waarboven de koperen taanketel werd geplaatst. Onder een grote opening schoof men het hout en een klein gat aan de andere kant was voor de trek (de rook).
Al het zeehout en afvalhout werd bewaard om op de brandstapel te gooien. Daarna werd de taanketel goed opgestookt, meestal vroeg in de morgen. Het water moest ongeveer een half uur koken. Water werd uit de sloot getapt en in de taanketel gedaan. Vroeger werd de fijngehakte schors van eiken palen hierin enige tijd getrokken. Het looizuur uit de bast werkte bederfwerend. Later werd eikenextract, cachou en taancarbolineum gebruikt. Eikenextract werd ook run genoemd. Cachou is het extract van onder andere een soort Acacia. Het zat verpakt in kisten. Vaak zaten de boombladeren er nog omheen. Dit kon men kopen bij een touwhandel in Harlingen of bij de firma Lankhorst in Sneek.
Voordat de netten in de ketel konden worden gedompeld, moesten de eiken schillen eruit. Boven de ketel werden drie palen met de einden tegen elkaar aangezet met een blok bovenin, waaraan de netten omhoog werden gehaald. Door het tanen krompen de fuiken enigszins. Als het tanen klaar was, ging de ketel de schuur in. De kuilen werden gevuld; het waterschap duldde geen kuilen in de grond in verband met de zorg voor de dijken.
Bij het tanen waren de arbeidsomstandigheden hachelijk. De teerdampen maakten het geen prettig werk.