Verhaal

Met de stoomtram

Een rit vroeger en nu

Esmeralda Esmeralda van Belle

Een rit in de stoomtram, bekeken door de ogen van een meisje in 1890 en door de ogen van een meisje in 2014

Stoomtram

1890

Trui staat op het perron, met een koffer in haar hand. Om haar heen ziet ze mannen en vrouwen, gekleed in West-Friese klederdracht. 'Vader, wat staan er veel mensen. Gaan die ook allemaal met de tram?' Haar vader knikt en gaat verder met het lezen van de krant. Trui kijkt nog eens rond. Ze gaat met de tram naar Twisk, waar Grootmoeder en Grootvader wonen. Nu Moeder in het ziekenhuis ligt, gaat Trui bij hen logeren. Vader is druk met zijn werk. Wat hij precies doet, weet Trui niet, maar Vader heeft belangrijk werk. Iedere dag gaat hij in een mooi pak op zijn rijwiel weg.

2014

'Oma, wat lopen er veel mensen rond, hè. Gaan die ook met de Stoomtram?' Luna kijkt rond. Ze ziet heel veel mensen lopen met fotocamera's, vooral veel Japanners. Oma geeft geen antwoord, ze is te druk met haar eigen fotocamera. 'Ik moet toch eens een nieuwe kopen. Ik zie niks meer op dat scherm.' mompelt ze.
Luna logeert een weekje bij oma, dat doet ze elke zomervakantie. Dan gaan ze samen op stap en eten ze alleen maar lekkere dingen. En vandaag gaan ze lekker met de stoomtram van Hoorn naar Medemblik.

1890

In de verte hoort Trui de tram. Vandaag is het de eerste keer dat ze met de tram reist. Normaal reist ze samen met Vader en Moeder in de koets. Die wordt getrokken door Pegasus, hun paard. Maar Pegasus is nog moe van vannacht. Hij moest Moeder zo snel hij kon naar het ziekenhuis brengen. Dus nu gaat Trui samen met Vader met de tram.
Met een zucht komt de locomotief tot stilstand naast het perron. De reizigers stappen in. Vader pakt haar hand en trekt haar mee naar een mooie wagon. De stoelen zijn bekleed met groen fluweel en het hout glanst alsof het net gepoetst is. Vader pakt haar koffer en legt deze in het net boven hen. Wat is de tram mooi! Trui kijkt de coupé rond. Boven de deur ziet ze '1e klasse' staan, met daaronder 'Niet spuwen', gelukkig maar. Trui vindt het altijd zo vies als mannen spuwen. Met een schok komt de tram in beweging. Trui verliest haar interesse in de coupé en kijkt uit het raam.

2014

De stoomlocomotief blaast grote rookwolken uit. Alsof hij vol ongeduld zit te wachten tot hij mag vertrekken. Luna en Oma gaan de trap op naar het Seinhuis. De treindienstleider vertelt hen hoe de wissels en spoorwegovergangen vroeger bediend werden. Alles ging met grote hendels die met de hand moesten worden bewogen. Luna vindt het maar veel werk, dat kan met een computer veel sneller en makkelijker! Terwijl Oma en Luna het Seinhuis weer verlaten, komt er een hoge fluit uit de stoomlocomotief. 'Luna, we moeten instappen!' Snel rennen ze naar de stoomtram en klimmen aan boord. Ze vinden een plekje bij het raam. Luna kijkt naar buiten en ziet dat ze worden uitgezwaaid vanaf het perron. Lachend zwaait ze terug. Wat een feest, ze heeft het gevoel alsof ze honderd jaar geleden leeft. 'Kijk eens wat er boven de deur staat.' hoort ze Oma zeggen. Ze kijkt en ziet daar iets geks staan 'Niet spuwen'. Ze heeft geen idee wat het betekend en vraagt het aan Oma. 'Vroeger werd tabak niet alleen gerookt, maar ook gepruimd. Dan deed men een prop tabak in de wang. Maar dat zorgde ervoor dat er veel speeksel werd gemaakt en dat moest men ergens kwijt. Dit mengsel van speeksel en tabak werd uitgespuwd.' Luna kijkt Oma aan met een gezicht vol walging. 'BAH!'

1890

Trui kijkt nog steeds naar buiten, ze ziet schapen, koeien en weilanden. Arbeiders die op het land werken, leggen hun werk even stil om te zwaaien naar de tram. De deur van de coupé gaat open, een windvlaag zorgt ervoor dat mensen naar hun hoofddeksels grijpen, voordat deze afwaaien. De conducteur loopt de coupé in. Trui ziet Vader de kaartjes pakken. Als de conducteur de kaartjes heeft geknipt en de coupé weer verlaten heeft bergt Vader de kaartjes weer op. 'Wat gaan we snel, Vader. Zo hard heeft Pegasus nog nooit gelopen.' En dat blijkt, want ze zijn met een uur al in Twisk. Vader en Trui stappen uit de tram en lopen naar het huis van Grootmoeder en Grootvader.

2014

'Oma, kan de stoomtram niet sneller? Hij gaat zo langzaam.' zegt Luna. Door het raampje ziet ze het landschap langzaam aan zich voorbij gaan. 'Nee,' antwoordt oma, 'een stoomlocomotief kan niet zo snel als een auto of een gewone trein. Dat komt doordat hij op stoom loopt en niet op benzine of elektriciteit.' 'Maar hoe hard gaat hij dan?' Dat weet Oma niet. Luna kijkt weer uit het raam. Dan gaat de deur open en een man in een ouderwets uitziend uniform komt de wagon binnen. 'Dames en heren, uw kaartjes alstublieft.' Het is de conducteur. 'Meneer, hoe snel gaat de stoomtram?' vraagt Luna als de conducteur bij hen staat. 'De stoomtram gaat 30 km per uur, harder mag hij niet.' Tevreden met dit antwoord geeft Luna haar kaartje. 'Wil je hem zelf knippen?' vraagt de conducteur. Dat wil Luna wel. Ze krijgt een tang in haar handen en als ze haar kaartje geknipt heeft, ziet ze dat er een gaatje in de vorm van een klavertje in zit. Als ze vraagt waarom dat is, vertelt de conducteur dat elke conducteur zijn eigen figuurtje had. Op die manier kon er gezien worden wie het kaartje geknipt heeft. Na vijf kwartier zijn ze eindelijk in Medemblik. Ondanks dat het met de auto sneller is om naar Medemblik te gaan, vond Luna het leuk in de stoomtram. Ze zou het graag nog een keer doen!