Kees Hoogeboom (1889-1992) woont in 1916 op Meentweg 79
“M’n broers waren allebei niet thuis. Als er overstroming was, dan was er in de Kerkstaat een beetje schik, hè. Ze zaten daar en waren die overstroming verder vergeten. Ik had de hele dag gewerkt aan een kap in de Torenlaan en was moe. Mijn vader lag al op bed, die had een zeer been en kon niet lopen. Ik zei tegen mijn zusters: ‘Ik ga naar bed hoor’.
Om een uur of tien werd er op het raam getikt. ‘Komt er uit. Jullie liggen op bed? Levensgevaarlijk, de dijk breekt door!’
Kees naar buiten, zag dat het water een klein stukje onder de kruin van de dijk stond en ging weer naar bed. Hij vertrouwde het wel. Weer kwamen ze hem wekken. Nu met de mededeling dat de dijk was doorgebroken bij Teus Elders. ‘Ik ging kijken en toen ging het waarachtig in één keer zakken, hè. Door die doorbraak bij de Eemsedijk. Ik kwam Rijk Keizer tegen met een kar met z’n kinderen erin. Ik zeg: ‘Ga je weg?’ ‘Ja ik wel’, zei Rijk, ‘ze verdrinken hier, ik waag het niet. Ik ga weg hoor’.
'Toen ging ik naar Teus Elders toe. Daar zijn we verschrikkelijk hard aan het werk gegaan. Een wagen in het gat gereden, een zeil er overheen. Toen ging het water iets zakken, maar we konden het door de stroming toch niet dicht krijgen. Er was een heel breed en diep gat in de straat. Er kwam iemand bij me van het eind van de dijk af. ‘Och schei maar uit’, zegt hij ‘want we gaan allemaal verdrinken’.
Ook bij Jan Kok is een gat in de dijk geslagen. Ik heb daar een minuut of tien staan kijken. Toen was ik dwars door koud geworden, helemaal koud. Ik ben naar huis gegaan en heb er veertien dagen van op bed gelegen.”
-.-.-.-.-
De interviews van Henk van Hees verschenen bij herdenking van de ramp in 1986 in het Kwartaalblad van de Historische Kring Eemnes. In het blad is ook een aantal brieven met herinneringen van Eemnessers afgedrukt. Onder de titel ‘Ooggetuigen’ vindt u op Mijn Zuiderzee een selectie. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn de oorspronkelijke teksten soms wat geredigeerd.
Omdat de interviews bijna zeventig jaar na dato plaatsvonden, moet er rekening mee worden gehouden dat het gaat om persoonlijke herinneringen, die na zoveel jaren kunnen afwijken van de werkelijke gebeurtenissen.