Op een middag eind juli ga ik bij het Zuiderzeemuseum aan boord van de IJsselmeerkotter UK 61, Neeltje, eigendom van Cor en Janneke Zwaan. Het is hun eerste vakantiedag van een aantal weken varen met de UK 61 langs het IJsselmeer en de Randmeren. De Neeltje is bijna 100 jaar oud en behoort tot het varend erfgoed.
Cor vertelt mij deze middag het bijzondere verhaal over zijn vader Albert Zwaan. Cor is nog maar 5 jaar oud, als zijn vader weg blijft op zee. Hij vist op de UK 91 een boomkorkotter met de naam “Jonge Albert”, die op 24 januari 1968 ’s nachts op weg naar de haven van Delfzijl vergaat met totaal 5 vissermannen uit Urk aan boord. Waarschijnlijk zijn grondzeeën bij windkracht 8 op zo’n 12 zeemijlen ten noorden van Schiermonnikoog, voor de Westereems, het schip fataal geworden. Wanneer er éénmaal alarm wordt geslagen door andere Urker vissers, die in Delfzijl de UK 91 missen, vinden reddingsboten slechts wrakstukken waaronder een reddingsboei van de UK 91. Van de opvarende helaas geen spoor.
De moeder van Cor Zwaan blijft achter met vier kinderen, waarvan de jongste slechts 3 maanden oud is. Na een half jaar geven de weduwvrouwen van de bemanning van de UK 91 verdere zoekacties op.
Kort nadien spoelt op Schiermonnikoog het stoffelijke overschot aan van een man. Omdat de zoekactie officieel is gestaakt, wordt er geen verband gelegd met de vermisten van de UK 91. Daar het lichaam niet identificeerbaar is, wordt het begraven op de begraafplaats “Vredenhof” op Schiermonnikoog. “Vredenhof” is in 1917 door particulieren gesticht en is aanvankelijk bedoeld voor aangespoelde lichamen uit de 1e wereldoorlog. Ook aangespoelde lichamen uit de 2e wereldoorlog liggen hier begraven, alsmede andere “onbekenden”.
De laatste decennia gaan de ontwikkelingen met betrekking tot DNA gegevens razendsnel. Vanaf 2010 gaat een zogenaamd Coldcase team van de politie Den Haag zich bezig houden met het project Zee slachtoffers. Afgenomen DNA materiaal van onbekende aangespoelde stoffelijke resten wordt vergeleken met de nabestaanden van op zee vermisten. Ook de gemeente Urk wordt benaderd om contact te zoeken met nabestaanden over het afstaan van DNA. Niet alle nabestaanden zijn enthousiast over deze optie. Er bestaat door onwetendheid nogal wat weerstand tegen.
Cor Zwaan heeft een vriend, Herman Troost, die werkzaam is bij het landelijke Rampen Identificatie Team. Herman heeft een boot, een mooie stalen Vissermanschouw de EB77, waarmee hij regelmatig de Westerhaven op Urk binnen vaart en soms aanmeert langszij de Neeltje van Cor. Herman overtuigt Cor van het belang van het afstaan van enig DNA materiaal voor het Coldcase onderzoek Zee slachtoffers.
Het wonder geschiedt: er is een match met de stoffelijke resten uit 1968 op Schiermonnikoog. Na 47 jaar komt Albert Zwaan thuis op Urk en vindt hij zijn laatste rustplaats op begraafplaats “de Vormt” Zijn weduwe en kinderen zijn aanwezig bij zijn herbegrafenis.
De overige bemanningsleden van de UK 91 zijn nooit gevonden. Hun namen staan samen met die van Albert Zwaan vermeld op het vissersmonument op Urk. Ook de naam van de broer van Albert, Jacob is hierop te vinden. Hij is in 1967 met de UK 223, Maartje, op zee gebleven, waarbij ook alle vijf opvarenden zijn verdronken.
Het Vissersmonument op Urk
Ik ben Cor en zijn vrouw Janneke dankbaar dat zij mij dit bijzondere verhaal hebben willen vertellen.
Foto: UK 61 Cor Zwaan
Foto: vissersmonument door auteur.