Verhaal

Zuiderzee wordt IJsselmeer na de afsluiting

20130907_151629.jpg Corry Blok-Plas

Over de consequenties en de pk-beperking voor de visserij.

ansjovistijd.tif

De haven van Enkhuizen in de Ansjovistijd.

Als in 1932 de Afsluitdijk voltooid is ontstaat het IJsselmeer, waarin het water langzaamaan verandert van zout naar zoet.

Ook voor de visserij is dit natuurlijk een grote verandering. Voor de afsluiting visten het merendeel van de Urker vloot al het grootste deel van het jaar op de Noordzee en alleen gedurende de haring en de ansjovisteelt op de Zuiderzee. Veel vissers gingen volledig over op de Noordzeevisserij maar de kleinere boten veelal zonder motor kozen voor het “veilige” IJsselmeer. Zo visten ook voor de afsluiting al veel vissers met zeilschepen uit Enkhuizen, Volendam en Huizen vaak alleen op de Zuiderzee

In het IJsselmeer was de haring en ansjovis verdwenen maar de paling ontwikkelde zich onverwacht gunstig. Dit was zo aantrekkelijk dat het dan ook veel vissers aantrok. Ook die in eerste instantie hadden gekozen voor de Noordzee.

Nu werd de paling voornamelijk gevangen met kuilnetten, die achter of zijwaarts naast de boot gesleept werden, zie ook Kuilvisserij. Schepen met motorvermogen konden sneller slepen en grotere netten gebruiken. Zo had op Urk bijvoorbeeld in de jaren dertig al een groot deel van de vloot dieselmotoren van 20 tot 30 pk. Zij visten zo de vangst voor de kleinere vissers weg. Dat was niet eerlijk... En daarnaast vormden zij zo een bedreiging voor de visstand.

58710__F029678.tif

De vloot van Urk tijdens biddag van 1932, links Noordzeebotters, rechts Zuiderzeebotters.

Bij Koninklijk besluit van 28-10-1935 wordt het dan ook van hogerhand verboden om met een kuilnet te vissen, indien het vaartuig mechanisch wordt voortgestuwd. Zeilvaartuigen vielen daar dus niet onder. Van dit verbod kon de Inspecteur der Visserijen ontheffing verlenen. Aan die ontheffing werden uiteraard voorwaarden gesteld. De belangrijkste voorwaarde was dat de motor niet sterker mocht zijn dan 20 pk. Schepen met een motor van dertig tot vijftig pk kregen de mogelijkheid om de motor af te laten stellen op 20 pk.

Tot de oorlog bleef dit voor grote onenigheid zorgen. Zo waren er op Urk verschillende belangengroepen voor de kleine en de grote schepen en liepen de gemoederen hoog op. Er werden verschillende brieven met verzoeken en protesten naar de Minister gestuurd. Een voorbeeld van zo’n schrijven aan de Minister door de voorzitter van de Zuiderzeevissersbond, gedateerd 23 maart 1936:

“Volgens geruchten welke op Urk de ronde doen, als zou de Vereniging van vissers met mechanische kracht, Uw Excellentie bewegen hun toestemming tot het vissen op het IJsselmeer te geven met schepen, voorzien van motoren met meer dan 30 pk, acht ondergetekende het dringend nodig Uw Excellentie te verzoeken zulks in geen geval toe te staan, indien zulks mogelijk is … Hoe de betrokken Ministers zo lang de zaak lieten gaan is ons als bonafide Zuiderzeevissers onbegrijpelijk. Dat echter steeds met leugen en bedrog door de mechanische visserij is gewerkt bij de verschillende regeringsinstanties is oorzaak dat zij zich hier zo lang heeft gehandhaafd………… etc”.

In de oorlog trok niemand zich meer wat aan van de beperkende maatregels maar na de oorlog werden de restricties weer van kracht. Pas begin jaren zestig is de 20 pk regel opgeheven. Dit had te maken met het feit dat de middeldrukmotoren vooral van Kromhout en Industrie niet meer geleverd werden en onderdelen moeilijk verkrijgbaar waren.

Kromhout middeldrukmotor.jpg

Een Kromhout middeldrukmotor met gloeikop.

In plaatst van de 20 pk limiet is toen nog enige jaren een limiet van een maximale trekkracht van 840 kilogram van een vast punt van kracht geweest. Schepen met nieuwe motoren moesten aan een veer trekken totdat zij maximaal 840 kilogram konden trekken. Op dat punt werd dan de motor afgesteld en dan pas kregen zij een vergunning.

Dit alles had tot doel dat het IJsselmeer niet leeg gevist zou worden. Eind jaren zestig werd de kuilvisserij helemaal verboden.

Bron: De IJsselmeervisserij 1931 – 1940 door Jan Bakker in Urker Volksleven nr. 4-9-2006, Jurie van den Berg en JP.

Foto’s: collectie ZZM, fotograaf onbekend.