Verhaal

Wandelen in Friesland (5)

Van Hindeloopen naar Workum

Fallback Image Profiel Vincent Erdin

Ook op dit korte stuk kunnen we Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp bijna letterlijk op de voet volgen. Zij wandelden in 1823, maar de route is nog steeds herkenbaar.

Nederlands Hervormde of Sint Gertrudiskerk van Workum

Kijken met de ogen van nu naar het Nederland van Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp kost weinig moeite als je tussen Hindeloopen en Workum wandelt. Ook hier is maar een mogelijkheid en daar zullen ze hoe dan ook gebruik van hebben gemaakt. In Hindeloopen gewoon de dijk volgen en dan al bijna de toren van de "theebus", de Sint Gertrudiskerk, in Workum kunnen zien.

Behalve dat het pad nu een geasfalteerde weg langs de dijk is geworden is er verder weinig verandering te bespeuren. Onderweg valt nog steeds de ruimte op, maar ook de poldermolen aan de Hylperdyk die er al vanaf 1784 staat. Een molen is net een bouwpakket want in het rietdek staat het jaartal "1771". Mogelijk zijn er bij de bouw onderdelen gebruikt van een andere molen. De molen is nog steeds bedrijfswaardig en houdt het water in een polder met een oppervlakte van 300 hectare op peil.

 

De Nijlannermolen

Vanaf dat punt is het nog maar een klein half uur gaans naar de Merk van Workum. Workum heeft een scheepshelling die al vanuit de 17e eeuw dateert, pal naast de sluis. De sluis was nodig om het peilverschil tussen het water van de Zuiderzee/IJsselmeer en het binnenwater te kunnen overbruggen.

 

De sluis bij Workum

Op dit punt signaleren de twee wandelaars dat de toren van de "theebus" losstaat van de kerk. Van de sluis naar de stad is ook maar één weg via het Sûd. In vergelijking met Stavoren en Hindeloopen vinden zij Workum een mooie stad waar "zelfs nog rijke inwoners wonen". De waarneming dat de stad in de lengte is gebouwd klopt ook nog, het Sûd gaat bij Merk over in Noard en dan Dwarsnoard. Van zuid naar noord is dan ook zeker nog een half uur lopen. De trekker van de Sint Gertrudis is de fraaie kansel (1718) en de draagbaren, de oudste dateert van 1693, van de verschillende gilden die in de kerk staan, er staan er acht. De baar werd gebruikt als een gildelid of een gezinslid van het gildelid was overleden. In 1973 is een van de baren voor het laatst gebruikt bij een ter aarde bestelling.

Dat een gildedraagbaar vaker voorkwam dan alleen in Workum bewijst de baar die uit Hindeloopen afkomstig is maar nu in de Sint Gertrudis staat.

Op de Merk naast de Sint Gertrudis merken zij op dat het stadhuis een "vreemd" gebouw is zonder te zeggen waarom. Het is een statig groot huis met een forse trap en symboliseert daarmee de positie van de burgerlijke overheid. De winkels beschouwen zij als "heel mooi".

Stadhuis en waaggebouw
Stadhuis en waaggebouw

 

Op 6 juni 1823 om 13.00u gebruiken zij nog een maaltijd om dan de wandeltocht naar Bolsward te vervolgen. Zij laten zich hierbij leiden door een marskramer die de, om de tol te omzeilen, binnenwegen neemt. Op dat punt wordt het onduidelijk hoe die route vanaf Parrega verder loopt.

De voetreis tussen het Rijsterbos-Stavoren-Hindeloopen-Workum en Parrega is ook vandaag nog goed te doen en daarmee mag u zich in de voetsporen van deze twee studiegenoten wanen.

Misschien duikt er nog eens een vervolg op van deze serie wandelen door Friesland. Bij een andere bijdrage: "Cultureel erfgoed van de waterschappen" werd al even gememoreerd dat Van Lennep en Hogendoorp daar ook hebben gelopen (tussen Warffeum en Usquert op 23 juni, maar de sluis in 1823 niet hebben kunnen zien omdat die van later datum is.

Workum is evenals Stavoren en Hindeloopen een van de 11 Friese steden. De kenmerken van een stad zijn in ieder geval de stadsrechten die toegekend zijn door een gewestelijke autoriteit. De meeste steden hadden in het verleden ook verdedigingswerken en dat is bij deze drie steden een lastig aantoonbaar iets. Bij Hindeloopen kan worden gezegd dat het ingesloten ligt tussen de zeedijk en het water van de Yndyk dat er aan de zuidzijde omheen stroomt en daarmee de stad afschermt. Stavoren ligt eveneens aan een dijk en de Delf stroomt door de stad en een vestingwal met gracht zou de stad aan de zuid- en oostzijde af moeten sluiten tot aan de komst van het Johan Frisokanaal. Het kanaal is de verbinding tussen het merengebied en de haven.

Bij Workum liep het water vanaf de sluis door via de Dolte (aan de oostzijde) en de Droge Dolte (aan de westzijde) maar het water in Sûd en Noard is gedempt. Daarmee heeft Workum ook de kenmerken van een stad. Op oude kaarten is dat water nog te zien. Dat water zowel in Stavoren, Hindeloopen als Workum gaf ook de nodige bedrijvigheid aan de afzonderlijke plaatsen: handel via de Zuiderzee met landen in het Baltisch zeegebied, beurtveer naar Amsterdam (vanuit Molkwerum). En bracht zodoende de nog zichtbare rijkdom in de vorm van het culturele erfgoed: de fraaie kapiteinshuizen (Hindeloopen), de gildebaren en woningen aan Sûd en Noard. 

bijdrage geplaatst: 21 april 2020

afbeeldingen: auteur