De meeste mensen die ik over dit 'Buurtschap' spreek, want dat is het, vragen dan of dit niet bij Andijk hoort; NEE, dit gebied is altijd al van de gemeente Enkhuizen geweest en ik hoop dat dit zo blijft.
Niet dat ik iets op Andijk tegen heb, integendeel, de gehele lagere school en daarvoor de kleuterschool heb ik daar 'genoten', en met plezier, hoewel we altijd lopend gingen, een fiets had niet elk kind op die leeftijd.
Het was voor ons ook gewoonte om vanaf school naar huis over de kruin van de dijk terug te lopen, op zee was altijd wel iets te zien. Onbewust had ik toch een soort van verlangen om het water met de schepen elke dag te zien.
Na schooltijd overlegden we dan met andere jongens en/of broers wat we zouden gaan doen om te spelen dus. Soms was dat dan 'stenen lopen', hetgeen zoveel inhield dat we dan aan de waterkant van de ene grote steen naar de anderen sprongen.
De zeeweringen waren na de zware storm van januari 1916 natuurlijk wel verbeterd waarbij die grote stenen de eerste buffer vormden bij de waterlijn, mede om het evt. drijfijs van na de winter tegen te houden als het aan het dooien was en zou gaan kruien met een Oostenwind.
Je houdt het niet voor mogelijk wat voor een kracht achter dat kruiend ijs zit. Het schuurt, piept en kraakt dan, je kunt nauwelijks iets zien bewegen, maar het ijs komt gestaag verder en is bijna niet te stoppen.
De schuine glooiing van de dijk aan de zeezijde was versterkt met zwarte basaltstenen die als grote, korte potloodstiften mooi in elkaar pasten. Deze 6 kantige blokken reikten vanaf de strook dikke keien bij de waterkant naar een bepaalde hoogte tot een meter of 3 á 4 vanaf de graskruin van de dijk.
En uiteraard was er het zicht op de vuurtoren van Enkhuizen, "de Ven"; een imposant gebouw waar ik menig keer in de toren ben geweest omdat een buurtgenoot, en vriendje, daar woonde, Jelle Snippe genaamd. Ik had het idee dat er bovenin die toren een enorme lamp zou zijn.
Bewonderenswaardig, voor mij, was dat er maar een paar gewone 'bolletjes' van misschien maar 150 Watt of zo gemonteerd waren. Maar door een verzameling van glazen strookjes, die a.h.w. zigzaggend rond de lampen opgesteld waren- én ook spiegelden gaf het een mooi groot licht effect naar buiten toe.
Ook was er in de toren, voor als het mistig was, een misthoorn die dan met tussenpozen van ver hoorbaar was en in een bepaald ritme een aantal hoornstoten gaf. De vissers op het IJsselmeer, die wellicht waren overvallen door de mist, wisten dan dat dit de misthoorn van "de Ven" was en dus waar ze zich bevonden.
Het is een pracht van een monument en gelukkig is het nog niet lang geleden gerestaureerd en is het lang 'verdwenen' schild, waarop o.m. gegevens van het gebouw staan, ook weer terug geplaatst. Helaas is de aanbouw, een soort van opslag o.i.d., dat aan de Oostkant tegen de toren was gebouwd, compleet verdwenen.
Gelukkig bestaat het besef bij velen dat de toren behouden moet worden; ondanks dat veel geautomatiseerd is, is de toren dus niet gesloopt. Maar het is tussen haakjes dan wél de vuurtoren van Enkhuizen hoor. Als er foto's van dit monument in bijv. 'de krant' staan dan staat er dikwijls bij dat dit de vuurtoren van Andijk is, foei, foei toch, o.a. Noord Hollands dagblad!
Ook was de 'barre' winter van '62 - '63, een hele belevenis zo vlakbij het IJsselmeer. We gingen, zoals bijna alle buurtgenoten, en wie eigenlijk niet, naar Medemblik, Stavoren, Enkhuizen en Urk op de houten Nooitgedacht schaatsen, vaak zonder reserve schaatsen maar wel met extra veters.
Hele stukken hadden toch wel 'ribbelijs' hoewel er banen waren geveegd en uitgestippeld door ijsclubs en vrijwilligers. Eens hadden wat schaatsers rode zakdoeken neergelegd op het ijs in een soort vierkant, ieder had er wel een ivm.de vele natte neuzen door het schaatsen.
Er kwamen vaak straaljagers over die vanaf, of naar, Leeuwarden vlogen. Eén van de 4 jagers dook naar beneden, laag over het ijs scherend, maar hoog genoeg om de lol er wel in te houden. Fantastisch gewoonweg, even laten zien dat ze niet zaten te dromen in hun Hawker Hunters, want dat waren het die tijd. Zoiets maak je nooit meer mee hoor.
Doordat er zo'n dik plak ijs in het IJsselmeer lag, we hadden ruim één meter dik gemeten toen het ijs in de latere winterperiode begon te scheuren, en het ook wel eens licht ging sneeuwen of 'krokkelen', zoals we dit noemden, waaide er veel 'stuifsneeuw' over het ijs naar de kust met Oostenwind, én over de dijk.
Ik weet nog dat er vanaf Enkhuizen tot aan de Oosterdijk zoveel sneeuw lag dat er een weg moest worden gegraven om de bussen en overig verkeer door te kunnen laten.
Vanaf de kruin van de dijk, de rijweg lag a.h.w. halverwege de dijk (op de berm zoals we dat noemden), lag het sneeuw als één grote massa, uiteindelijk tot aan de sloot beneden, die parallel met de weg liep. Het leek wel een Alpen landschap, zo gigantisch veel sneeuw.
Ik reed er elke dag langs, op de fiets naar school in Enkhuizen. Best wel lastig, want als er een auto of bus in zicht was dan moest je zorgen dat je bij zo'n uitgegraven uitsparing kwam om te kunnen passeren. En de Enkhuizer dijk was toen ook niet al te breed.
Je zou het bijna niet geloven maar op 18 juni (mijn vaders verjaardag) was het laatste restje sneeuw pas weggesmolten. Het was een fris voorjaar en er was een vuilstort aangelegd langs de Enkhuizer dijk, en aan de schaduwkant van die bomenrij die deze 'put' rondom had, lag dat allerlaatste beetje sneeuw er tot die dag! Ongelooflijk bijna...
Peter Kiss, Bovenkarspel, 10-04-2023
De sneeuwfoto’s zijn genomen door Koos Dol (zie De vuurtoren en de kever)
De restauratiefoto is genomen door Corry Blok-Plas (zie Drie torens in de steigers)