Wat mij betreft was het aan de Oosterdijk een erg rustig bestaan, te rustig voor mij, maar dat heeft aan de andere kant natuurlijk ook weer z'n charme. Er stonden in die tijd alleen maar wat zgn. veldersboetjes in de polder, bij de bouwers op hun perceel dan, om gereedschap voor landbewerking in op te bergen, maar ook om er te schaften (pauze) zo'n 3 x per dag, of voor als het regende.
Een horloge had nog niet iedereen en omdat je naar heinde verre kon kijken, en er nog geen grote obstakels stonden, keken wij naar de Enkhuizerdijk, waar ook de groene bussen van de NACO reden, die elkaar daar dan passeerden in tegenovergestelde richting tussen 10 en 15 min. over de hele uren.
Vlakbij de vuurtoren was een strook land dat aan het IJsselmeer lag/ligt dat gedeeltelijk gebruikt werd als bouwlandje door een buurtgenoot die er diverse groenten en aardappelen op teelde. We mochten vaak met die man mee om te kijken of om hem een beetje helpen.
Ook gingen we als jeugdigen ‘s zomers altijd met veel buurtgenoten zwemmen in het IJsselmeer, bij zo'n strandje dat gevormd was doordat er een pier als golfbreker en 'ijsvanger' (voor als het streng winterde) zo'n 30 meter bijna haaks vanaf de dijk het water 'in liep'.
We hadden 'op de buurt' een handje vol goede zwemmers die het dan presteerden om naar een ondiep stukje IJsselmeer te zwemmen, "de Kreupel" genaamd, en weer terug ook. Ik vond dat altijd bijzonder knap, maar ik heb dat zelf nooit gedaan door het besef dat áls je kramp kreeg zou kunnen verdrinken. Het kleine gebiedje schijnt nu vol met vogels te zitten, want de zwemmers komen er niet meer.
Je kon op het IJsselmeer, zo halverwege, gaande naar het eind van de middag, de 'Friese boten' elkaar dan zien passeren. Mooie wit geverfde boten, de ene was de "van Hasselt" en de andere de "Johan Willem Friso", zover ik me herinner. Voor de rest waren er meestal wat binnenschepen, en wat zeilboten, zichtbaar op zee, tenminste als het weer redelijk of goed was dan.
Omdat ik zeer goede ogen had kon ik, als het weer gunstig was, bovenop de dijk de overkant bij Stavoren (Fr.) zien en ook dat er beweging op die dijk was, wel bijzonder. Ook kon ik bij ons aan de achterzijde van het huis, over de velden heen, naar Enkhuizen kijken, op de Zuidertoren en zien hoe laat het was, bij goed licht dan en als het niet te warm was.
Zomerdag, als het mooi rustig weer was, dan kon je het geluid van de vissersboten voor de kust van het IJsselmeer best horen; een heel rustig; dung dung dung geluid, de vissers waren dan al vroeg aan het 'kulen', of trekken, om paling in de bun te krijgen. Ook stonden er bij die hoeken in de dijk flink wat fuiken opgesteld om paling, baars, snoekbaars e.d. te vangen.
Het heeft nog wel lang geduurd voordat de krabben, die er ook waren, volledig verdwenen waren. Het water zal de eerste jaren na de afsluiting brak zijn geweest en zodoende verdwenen deze beestjes, die eigenlijk het best in zout water konden leven, schijnt.
We waren inmiddels verhuisd van een tamelijk klein woonhuis naar de boerderij van Opa en dat was meer richting de vuurtoren, dus dichterbij de 2 tamelijk scherpe hoeken in de vorm van de dijk. Later ging ik jarenlang naar school in Enkhuizen, dus een flinke trap met de fiets, zeker met wind en dat was er eigenlijk altijd wel.
Heel vreemd vond ik het toen ik voor het eerst zag dat er palingen over de rijweg kronkelden op de Enkhuizerdijk, kennelijk om naar het IJsselmeer te komen en vandaar naar de ontmoetings- en paringsplaats te zwemmen in de Sargassozee ten Noordoosten van Noord Amerika.
Ik snapte toen helemaal niets van dat gedrag, maar er is nu heel veel bekend over dieren, vissen en vogels dat je het haast niet voor mogelijk houdt welke afstanden hier in het geding zijn. Deze grote trek van aal gebeurde in een bepaalde tijd gedurende de zomer.
Peter Kiss, Bovenkarspel, 10-04-2023
De Eerste afbeelding is een prentbriefkaart van Oosterdijk ca. 1910 van Plaatsengids.nl
De afbeelding van de SS R. van Hasselt is overgenomen uit het verhaal Het monumentale station Enkhuizen van Corry Blok-Plas