Verhaal

Wieringer aak EH 30

Een lifetime project!

20130907_151629.jpg Corry Blok-Plas

Een schip dat de broers Sprong gedurende vier decennia leuk heeft beziggehouden en waarvan ze nog vele jaren hopen te genieten.

Aan de Oosterhaven in Enkhuizen 2019 (3).jpg

Zo’n 110 jaar geleden is de aak in opdracht van Jacob Pzn Lub gebouwd op de scheepswerf De Hoop in Workum. Jacob Lub, en later zijn zoon Jaap, vissen ermee op de Zuiderzee en verkopen in 1936 de aak aan een Wieringer visser. Met het schip wordt beroepsmatig gevist tot 1963 onder de nummers HD 60 en WR 53. Daarna volgen verschillende eigenaren die het voor recreatieve doeleinden gebruiken. Dat er niet altijd zorgvuldig met het schip wordt omgesprongen,  blijkt uit het feit dat het tweemaal in haar bestaan is gezonken en eind jaren zeventig een beetje ligt weg te kwijnen op een werf in Emmeloord.

Dan komen de gebroeders Sprong in beeld. Jan, door een vriend met een Bunschoter botter geïnteresseerd geraakt in varend erfgoed, wil wel een oud houten schip kopen. Nadat hij de WR 53 in Emmeloord gespot heeft, maakt hij zijn broer Bert hiervoor ook enthousiast, want Bert is technisch onderlegd en heeft twee rechterhanden. De broers, beiden twintigers, kopen de WR 53 vol jeugdig optimisme. Ze zien dat het onderwaterschip gedicht is met blik en dat er nog wel het een en ander aan moet gebeuren maar die klus zullen ze samen wel even klaren.

Afijn, het is eind 1978 als zij, na het dichten van de ergste lekken, het schip van Emmeloord naar Schalkhaar slepen over de IJssel, waarbij het letterlijk “pompen of verzuipen” is.

2.1979_11_01-sleep naar Schalkhaarjpg (3).jpg

In Schalkhaar wordt het dan ook bij een boer op een weiland geparkeerd en kan de renovatie aanvangen. De broers denken enkele spanten te moeten vervangen, alvorens te kunnen uitvaren, maar dat valt niet helemaal mee. Door de strenge winter van 1979 is de boel vastgevroren. Het blijft niet bij deze tegenslag, want al snel wordt duidelijk dat zo’n beetje elk onderdeel en ieder plankje zal moeten worden vernieuwd. Zo duurt de renovatie tot maar liefst in de zomer van 2018. Pas dan zullen Jan en Bert Sprong met hun aak het ruime sop kiezen.

3.Vervoer WR53 door Bathmen 1988-1 (2).jpg

vervoer door Bathmen

Maar voor het zover is gaan er dus heel wat jaren voorbij. Als Jan eind tachtiger jaren naar Harfsen verhuist, is het handig om het schip mee te nemen. Het kan daar namelijk op zijn eigen erf gestald worden. Het vervoer moet wel over de weg en de transporteur, die geen zin heeft in omrijden, loodst het schip van 4,25 breed en 10,40 lang door het centrum van Bathmen. Dat ging maar net goed. In Harfsen renoveren de broers vrolijk verder. Zo wordt o.a. de vier cilinder “Hanomagmotor” vervangen door een tweedehands “Nanni” 40 pk diesel.

4. DSC_0768A (2).JPG

In 2018 is het dan zover dat een dieplader het schip naar het Twente kanaal brengt, alwaar de tewaterlating plaats heeft. Een spannend moment maar gelukkig; het schip blijft drijven… De broers varen op de motor naar Workum, waar er een nieuwe mast op wordt gezet. De mastbank is overigens het enige deel van het schip dat niet is vernieuwd! Met de mast op het schip kunnen de zeilen, die veertig jaar zorgvuldig bewaard zijn gebleven, gehesen worden en de eerste zeiltocht van Jan en Bert Sprong als trotse eigenaren aanvangen. Tijdens het zeilen blijkt dat de zeilen de veertig jaren wat minder goed hebben doorstaan dan verwacht. Ze vertonen als snel scheuren maar de broers Sprong zijn niet voor één gat (of scheur) te vangen… dus worden er nieuwe zeilen besteld. Een fok van vlasdoek wordt door Kees Hos op de Haukes (Wieringen) met de hand gemaakt en de kluiver en grootzeil, eveneens van vlasdoek, door Simon de Boer uit Zuid-Beijerland.

In 2019 is het dan eindelijk zover dat Enkhuizen, de oorspronkelijke thuishaven door de EH 30 wordt aangedaan. Twee nazaten van de Jacob Pzn Lub, Wouter en Jaap, wachten het schip op in de Oosterhaven voor een warme ontvangst (foto boven het verhaal). Al in 1979 heeft Jan Sprong aan de Enkhuizer visserman Jouke Volgers, een neef van Jacob Lub, beloofd dat de aak weer zou gaan varen met het nummer EH 30 en zo geschiedde…

DSC01566 (2).JPG

In 2020 vindt de EH 30 in de Markerhaven van het Zuiderzeemuseum een ligplaats. Op 23 augustus, tijdens de taandagen, worden de zeilen voor de eerste keer getaand. De kleur verandert van wit naar lichtbruin. Het tanen gebeurt in het bijzijn van de beide echtgenotes, twee kinderen en een zus, die allemaal nog steeds enthousiast zijn over het schip. Het is toch bijzonder dat de broers in al die jaren nooit grote ruzies hebben gekregen en dat de echtgenotes niet gillend zijn weggerend. Maar zo zegt Bert, “het schip was er eerder dan de vrouwen en de handen van Jan zijn inmiddels veranderd in twee rechter!”

foto's: Jan en Bert Sprong, CBP