Verhaal

Overstroming 1916 - Onder Water 2

Onder water (2) - Eemland

Fallback Image Profiel Harm Boerma

Welke gebieden stonden bij de overstroming van 1916 onder water

Overstroomde gebied Eemland 1916

De kaart van het ondergelopen gebied in het noodoosten van de provincie Utrecht telt 42 punten waar tijdens de stormvloed van 13 en 14 januari 1916 een dijkdoorbraak plaatsvond of de dijk ernstig beschadigd werd.

Zowel ten oosten als ten westen van Spakenburg werd een stuk dijk ernstig beschadigd. In de bocht waar de Bunschoter Veldendijk naar het zuiden afbuigt was de dijk op vier plaatsen doorgebroken dan wel ernstig beschadigd. Vanaf hier, langs de oostkant van de Eem tot vlakbij Amersfoort was dat op nog eens 34 plaatsen het geval. Bij Eemnes brak de Wakkerendijk op twee plaatsen door. Helemaal aan het eind op de T-splitsing met Veendijk en Meentdijk, en 900 meter naar het zuiden.*

De stormvloed zette in de provincie Utrecht in totaal zo’n 9000 hectare onder water. De donker- en lichtgroene delen van de kaart. Grofweg een gebied van de Zuiderzeekust in het noorden tot de spoorlijn Amersfoort-Zwolle in het zuidoosten en van Eemnes, Baarn, Soest en Amersfoort in het westen tot grens met Gelderland in het oosten.
Alleen enkele hoger gelegen stukken land bleven droog. De donkergroene delen waren wel vaker het toneel van overstromingen. In januari 1916 kwamen daarnaast ook de lichtgroene stukken onder water te staan.

Het Kleine Spui in Amersfoort tijdens de Watersnood in 1916

Het Kleine Spui tijdens de watersnood van 1916. Foto J.W. Wentzel. (Bron: collectie Archief Eemland)

Het water vond zijn weg door de gaten in de dijk, maar kon ook moeiteloos over beschadigde en onbeschadigde dijkstukken het land binnenvallen door de extreem hoge waterstand (Spakenburg 3.25m + N.A.P., Eembrugge 3.18m + N.A.P., Amersfoort 2.60m + N.A.P., Eemnes 3.26m + N.A.P.) in combinatie met de storm, die de golven metershoog opzweepte. De rivieren voerden in dezelfde periode ook veel water af naar de Zuiderzee, waardoor extra druk op de dijken ontstond.
Natuurlijk hield het water geen halt bij de provinciegrens. Ook de aan Utrecht grenzende polders bij Huizen (Noord-Holland) en de polder Arkemheen bij Nijkerk (Gelderland) stonden blank.

De laagst gelegen polders vielen pas na drie weken droog.
De materiele schade was groot. Veel dieren verdronken (o.a. 466 runderen, 481 varkens en 2774 kippen), talloze huizen en vissersschepen werden verwoest of zwaar beschadigd. In tegenstelling tot Noord-Holland, waar negentien doden te betreuren waren, vielen in Utrecht geen slachtoffers.

*Het stuk Wakkerendijk van de Rijksstraatweg (nu: Laarderweg) tot de splitsing met de Veendijk en Meentdijk heet sinds 1930 Meentweg. De Veendijk en Meentdijk zijn in de jaren dertig van de vorige eeuw afgegraven. De Veendijk liep ongeveer van het eind van de Meentweg tot de A 27 (nu Gooyerweg)
De Veldendijk langs de Zuiderzee ten westen van Spakenburg heet nu Westdijk en de Bunschoter Veldendijk, Eemdijk.

Bronnen:
Verslag Provinciale Waterstaat Utrecht, 31 januari 1916.
Adiël Klompmaker, 1916: De watersnoodramp die Nederland veranderde, Kennislink.nl.
Regiocanons.nl/utrecht/eemland
Regiocanons.nl/utrecht/onderwijscanon/watersnood
Robert Vos, Watersnoodramp 1916, De overstroming van de Eempolders in 1916, Historisch Kring Hoogland.