Cornelis Springer schildert in de tweede helft van de 19e eeuw vooral stadsgezichten van plaatsen langs de Zuiderzee. In 1823 wandelen Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp vanuit Amsterdam door Nederland en doen daar in hun dagboek verslag van.
Zou het kunnen zijn dat Springer schilderde wat deze twee wandelaars hebben gezien? Jacob en Dirk wandelen vanuit Amsterdam langs de Zuiderzeekust naar Enkhuizen daar steken zij over. Via Friesland, Groningen en Drenthe komen zij ook in Overijssel en in het Land van Vollenhove. Hier liggen de plaatsen Kuinre, Blankenham, Blokzijl en Vollenhove. Stadjes aan de Zuiderzee.
Omdat Springer romantiseert en graag zijn werkelijkheid van het straatbeeld vastlegt kan dat op gespannen voet staan met wat hij werkelijk zag. Het gaat om zijn ideaal beeld. In het dagboek van de wandelaars lezen we over vervallen stadjes, voor een schilder is het niet zo moeilijk om de vervallen gevels even te fotoshoppen en daarmee een glorieuze uitstraling te geven als nieuw en passend in het straatbeeld. Springer gaat op een aantal momenten zeker een aantal decennia terug in de tijd en dat is het tijdsbestek van de wandeltocht.
Van Lennep en Hogendorp komen in Vollenhove en zien daar de nieuwe haven, zij verbazen zich over de ligging daarvan en denken dat de haven snel dicht zal slibben. Kennelijk beschikken ze ook op dit gebied over een portie gezond verstand want de vaargeul en de havenmond moesten met de regelmaat van de klok uitgebaggerd worden.
Ze brengen een bezoek aan de stadsgevangenis maar signaleren ook de vier of vijf havezathen die in de stad staan. Daarvan behoren er drie toe aan de familie Sloet. Havezathe Marxveld (Bisschopstraat 22, het grote huis rechts met gevellantaarn) behoorde aan de familie Sloet van Marxveld. Old Ruitenborg (Groenestraat 24, onder afgebeeld) behoorde toe aan de familie Sloet van Oldruitenborgh.
De eigenaar van een havezathe had land in bezit en dat gaf zo iemand een bijzondere positie in het bestuur van de provincie waar hij stemgerechtigd was. Omdat er in Stad Vollenhove veel havezathen stonden (naast Marxveld en Old Ruitenborgh ook Lindenhorst en Plattenburg) kreeg zo'n kleine plaats in het Land van Vollenhove in de provinciale vertegenwoordiging toch ineens een belangrijke stem in het kapittel.
Als Springer in Stad Vollenhove zou zijn geweest zou hij dan de Latijnse school (Kerkplein) hebben vastgelegd, of één van de havezathen of de Grote of Sint Nicolaaskerk (Kerkplein) en hoe zou hij dat hebben gedaan? Als hij de werkelijkheid van medio 1880 - 1900 met enkele decennia zou hebben aangepast dan zou dat het tijdbeeld weergeven waarin Van Lennep en Hogendorp in Vollenhove waren. Wat wij in het dagboek van de twee wandelaars lezen zou geïllustreerd kunnen worden met werk van Springer.
In dit opzicht is het geen vreemde veronderstelling om Springer in contact te willen brengen met Van Lennep en Hogendorp.
Tentoonstelling: Door het oog van Springer, tot en met 10 april 2016 in het Binnemuseum van het Zuiderzeemuseum Enkhuizen
De zomer van 1823, Lopen met van Lennep, dagboek van zijn voetreis door Nederland; bezorgd door Geert Mak en Marita Mathijsen, Zwolle 2001