Wijn, cognac en whisky rijpen nog steeds in eikenhouten vaten. Het hout geeft smaak en kleur. Honderden jaren lang werd het vat gebruikt als verpakkingsmiddel, niet alleen van alcoholische vloeistoffen maar ook van graan, huiden, kruiden en vis. Vaten waren sterk, duurzaam en gemakkelijk te verplaatsen. In de Zuiderzeeregio zijn vooral het haring- en ansjovisvat veel gebruikt. De vis wordt gepekeld, met zout ingemaakt, en is daardoor langer houdbaar. De kuiper in de regio maakt naast de vaten voor vis ook wastobbes, dekemmers en putsen.
Na 1900 wordt het houten handgemaakt vat ingehaald door hygiënischer en goedkoper verpakkingsmateriaal als ijzer en kunststof en machinale kuiperijen die meer en sneller
kunnen produceren. De koelkast geeft het laatste zetje; groente en fruit hoeft niet meer in zout of siroop bewaard te worden maar in de koelkast.
Oorspronkelijk is deze kuiperij een natte kuiperij. Er werden vooral aan de visserij gerelateerde kuipen gemaakt zoals haring- en ansjovisvaten maar ook brelen en jonen, boeien waarmee een visnet en het begin van een visgebied word gemarkeerd. Nu bestaan de werkzaamheden in deze kuiperij uit reparatieklussen en het maken van nieuwe kuipen.
Deze video laat in een animatie zien hoe vaten in het verleden gebruikt werden en hoe we dat tegenwoordig oplossen.