Verhaal

Weg van Urk

Fallback image Eva Vriend

Henk Brouwer (1935) vertrok van Urk omdat hij daar niet het beroep kon uitoefenen wat hij wilde. ‘Ik heb het altijd gek gevonden dat mensen hier koste wat kost wilden blijven’.

Henk Brouwer

‘Ik had eens een praatje met de postbode. Hij had een goede opleiding gehad als elektricien. “Waarom loop je dan met de post?” vroeg ik hem. Hij antwoordde dat hij voor die baan van Urk af moest en dat wilde hij niet.’

Henk Brouwer vertelt het hoofdschuddend. Dat heeft hij altijd gek gevonden van de bewoners van Urk, het voormalig eiland waar ook hij een sterke band mee voelt. ‘Dat hoeft toch niet te betekenen dat je er je hele leven blijft wonen?’ zegt Henk.

 

Het moest gewoon

Henk groeide op in een echt Urker gezin van zes kinderen. Zijn vader was directeur van de elektriciteitscentrale van het voormalig eiland, een goede baan. Hij had geen zin gehad om zijn vader op te volgen in de vishandel. Grootvader Brouwer speculeerde met ansjovis en had eind jaren dertig een paar slechte jaren toen de Duitse markt wegviel. Maar of dat de reden is dat hij hem niet is opgevolgd? Henk heeft het zijn vader nooit gevraagd.

Veel werd er überhaupt niet gepraat of uitgelegd.

Zijn vader bedacht samen met het hoofd van de school dat Henk maar naar de kweekschool moest. Gezamenlijk hadden de twee heren bij de kachel zitten overleggen, waarna het verdict klonk: ‘Henk, jij gaat naar de kweekschool.’ Hem werd niet gevraagd of hij het zelf ook wilde, of hij het zag zitten om voor de klas te staan. Nee, hij werd simpelweg naar de protestantse kweekschool in Nijmegen gestuurd. Op zijn zestiende moest hij zo van Urk af, in zijn eentje, van huis. ‘Dat deed je gewoon.’

De reis naar Nijmegen was toen nog een wereldreis. Urk was in 1942 eiland af geworden en in 1948 ontsloten met de Urkerweg naar Emmeloord. Daar kwam toen de eerste busverbinding.

‘In 1946 lag mijn moeder in het ziekenhuis in Amsterdam,’ vertelt Henk. ‘Als mijn vader haar wilde bezoeken, moest hij eerst een paar uur lopen naar Ramspol, achter Ens. Daar nam hij het pontje. Of als het vroor, kon hij lopen over het ijs. Daar wachtte hij tot er een boer met paard en wagen voorbijkwam om in Kampen te komen. Daar kon hij eindelijk verder met de trein.’

 

Techniek

‘Je moet eerst je hoofdacte halen en dan je trouwacte,’ zei een docent in Nijmegen tegen Henk Brouwer. Dat viel niet mee toen Henk eenmaal weer terug was op Urk. Hij werkte overdag op een school en daarnaast was hij actief voor de voetbalvereniging, de Oranjevereniging, de christelijke jeugdvereniging... Hij had van zijn ouders geleerd dat hij maatschappelijk actief moest zijn, maar zo hield hij geen tijd over.

‘Als ik hier blijf, wordt het niks,’ dacht Henk.

En Henk wilde dus juist dat Urk zijn ambities niet belemmerde. Het werd hem duidelijk dat hij daarvoor het voormalig eiland weer af moest. Hij trouwde, vond een baan in Hoofddorp en haalde zijn hoofdacte. Precies omgekeerd aan de route die zijn docent had voorspeld.

Eenmaal voor de klas, merkte Henk dat zijn vader en het hoofd van de school niet het juiste broep voor hem hadden uitgekozen. Het werken met jonge kinderen lag hem niet zo goed. ‘Ik voelde me zo’n kinderoppasser.’

Hij had liever een technische opleiding gevolgd. Henk besloot verder te studeren en schoolde zich om tot leraar biologie. Hij vond een baan op een technische middelbare school in Barneveld. Daar voelde hij zich beter thuis ‘tussen de grote jongens met wie ik een gesprek kon voeren’.

 

Roots

Veertig jaar woonde Henk niet op Urk. Na zijn pensionering vond hij er toch weer zijn thuis. Nadat zijn vrouw was overleden, keerde hij terug naar zijn roots. Het voelde als een warme deken. Hij was een man alleen, maar zo ervoer hij het toen niet meer.

Hij denkt dat het komt door zijn opvoeding dat hij Urk wel achter zich liet om zich verder te kunnen ontwikkelen. Drie van zijn broers hebben ook een tijdlang elders in Nederland gewoond. ‘Wij vonden dat normaal.’

De liefde voor Urk heeft hij doorgegeven aan zijn drie kinderen, die alle drie in Hoofddorp zijn geboren en nooit op Urk hebben gewoond. Wel kwamen ze er vaak voor familiebezoek. ‘Dus kennelijk kregen ze er een band mee,’ zegt Henk.

Zijn jongste zoon Kees Brouwer is nu een bekend documentairemaker voor de VPRO. ‘Als hij moet vertellen waar hij vandaan komt, zegt hij dat hij van Urk komt. Dat vindt hij makkelijk, omdat hij dan verder niets hoeft uit te leggen. Hij vergelijkt zichzelf met tweede-generatie-Marokkanen die zeggen dat ze uit Marokko komen, hoewel ze in Nederland zijn geboren en opgegroeid.’

Henk Brouwer snapt zijn zoon wel. Hij begrijpt hem beter dan die postbode die Urk nooit verliet.

 

Henk Brouwer vertelde zijn verhaal in het vertelcafé op Urk, op 17 juli 2018.