Model van de Zephyrus door Ynze met eigen handen gemaakt.
De ouders van Ynze Scheffer kwamen uit Harlingen en zijn vader was werkzaam bij de Zuiderzeewerken. Hij voer op de “Breezand” en werkte mee aan de Afsluitdijk en de dijk van de Noordoostpolder. In 1940 was hij gestationeerd in Enkhuizen en daar zag Ynze het levenslicht. Al vrij snel daarna verhuisde het gezin naar Urk, waar vader sluiswachter werd op de sluis bij het gemaal. In één van de sluiswachterswoningen even buiten Urk groeide Ynze Scheffer op.
Op de Wilhelminaschool in Urk zat hij in dezelfde klas als Alie Hakvoort, die zijn toekomstige vrouw bleek te zijn maar dat wisten beiden toen nog niet. Lees haar verhaal Een leven lang omringd door mannen met zeebenen.
Na school ging Ynze bij de Koninklijke Marine werken en werd hiervoor 1,5 jaar naar Nieuw Guinea uitgezonden. Hij werkte daar bij de hydrografische dienst, die zich o.a. bezighield met het in kaart brengen van de Arafurazee. Dit is de zeestraat tussen Australië en Papoea Nieuw Guinea. Ook leerde hij duiken bij de Marine, iets wat later goed van pas kwam in zijn eigen bedrijf. Weer terug in Nederland en op Urk reisde hij altijd met de motor heen en weer tussen Urk en Den Helder.
In 1961 trouwde hij met Alie Hakvoort en omdat hij bij de Marine maar eens in de maand het hele weekend vrij had, besloot Ynze de Marine te verlaten. In 1963 ging hij vissen op de Noordzee bij zijn schoonvader op de UK 36. Helaas viel hier toen geen droog brood mee te verdienen omdat veel tong door de strenge winter van 1962/63 dood gevroren was of op zijn minst aangetast door de kou. Ze vingen de eerste tijd hele netten vol dode tong en tong met rare plekken en daarna bijna niets meer. Het vissersleven van Ynze was dus van korte duur. Hij stapte over naar het baggerwerk en voer op een zandzuiger van de firma Boltje en Zn uit Zwolle.
In 1969 vond Ynze het tijd worden voor een eigen bedrijf. Met wat hulp van zijn ouders koopt hij een sleepboot. Hij noemt de boot “Zephirus” naar de god van de Westenwind en gaat aan de slag. Eerst werkt hij veel in Rotterdam aan de eerste Maasvlakte. Daar was zijn schoonvader inmiddels bakkenschipper bij een baggerbedrijf. Ook was hij betrokken bij de werkzaamheden aan de dijk tussen Enkhuizen en Lelystad. Zo was hij erbij toen het laatste sluitgat dicht ging van de Houtribdijk, zoals zijn vader betrokken was bij de dichting van het laatste gat in de Afsluitdijk. Zo vader, zo zoon ……….
De werkzaamheden van Ynze werden uitgebreid met bergingswerk. De verzekeringsmaatschappijen speelden hierbij een rol omdat zij graag een tweede berger, naast de bestaande fa. Goedkoop uit Amsterdam – die waarschijnlijk niet zo goedkoop was ! - op het IJsselmeer actief zagen. Hoewel de eerste jaren van het eigen bedrijf niet allemaal rozengeur en maneschijn waren; hard werken en weinig verdienen, de motor van de Zephyrus in soep gedraaid, groeide het bedrijf toch langzaam maar zeker uit tot het grote BTS – Bergings- en Transportmij Scheffer B.V. Aannemers op- en onder water. Het materiaal bestond uit diverse vaartuigen, drijvende bokken, zeegaande pontons en een duikservicewagen, twee duikbussen en 40 man personeel.
Een lichtboei in de takels van BTS op het IJsselmeer.
Het bergingswerk en het ijsbreken op het IJsselmeer bleven maar daarnaast strekten de werkzaamheden zich over het hele land en ook daarbuiten uit.
Voor het bergen van schepen zat je goed in Urk. Op de ondiepte voor Urk de “Vormt” liepen regelmatig boten vast, vooral veel plezierjachten. In één zomer hadden ze soms wel 140 bergingen. Wel moest er altijd strijd geleverd worden met de KNRM, van enige rivaliteit kon je wel spreken.
In de loop der jaren maakte Ynze Scheffer heel wat mee, leuke ervaringen maar natuurlijk ook trieste gebeurtenissen met gezonken schepen, waarbij mensen verdronken.
Het gekste wat hij meemaakte betreft een Piramide en een stenen boot op het IJsselmeer. In 1981 bouwde de Duitse kunstenaar Hanns Jörg Voth een houten piramide, die door Scheffer op houten palen op het Enkhuizer Zand – een ondiepte in het IJsselmeer - werd geplaatst. De kunstenaar wilde hierin verblijven en een stenen boot vervaardigen uit 8 ton graniet. Het graniet bevond zich inmiddels in de Piramide. Als de boot klaar zou zijn, dan zou deze te water worden gelaten en zinken ..............
De Piramide van H.J. Voth
In de winter sloeg het noodlot toe, het kruiende ijs deed de palen afbreken alsof het luciferhoutjes waren en de Piramide met de stenen boot verdween in de golven. In opdracht van de kunstenaar heeft de fa. Scheffer vervolgens de boot op het Enkhuizer Zand moeten ingraven met als doel dat, mocht de zee in de verre toekomst het gevaarte eens prijs geven, de mensen verrast zouden worden door een “stenen” boot! Ja je maakt wat mee op de zee …………. Ynze kan er wel een boek over schrijven.
In de 2e helft van de jaren tachtig besloot Ynze zijn bedrijf te verkopen aan Smit Tak. Hij trad daar in loondienst en maakte deel uit van de Directie. Tien jaar later ging hij met pensioen en kreeg zo de tijd om samen met zijn vrouw Alie langere reizen te maken met hun plezierboot en later met de camper.
Voor al zijn verdiensten in de maritieme wereld werd Ynze Scheffer geridderd in de Orde van Oranje Nassau. Zijn vrouw ontving een aantal jaren later een “gewoon” lintje, hetgeen Ynze deed verzuchten dat hij toch nog in iets zijn vrouw de baas is. Ze zijn al 57 jaar getrouwd, kregen samen twee zonen en twee dochters. Hun oudste zoon is directeur bij Mammoet berging en zijn jongste zoon is in Zwartsluis hoofd berging bij Hebo Maritiem. Zo vader, zo zonen ……………………….
Ik sprak Ynze Scheffer naar aanleiding van het Vertelcafé dat 17 juli 2018 op Urk werd gehouden.
Foto's door auteur, uit folder BTS en de fotograaf van de Piramide is onbekend.