Het veerhuis zoals afgebeeld staat aan 't Butent in Oldemarkt. Pal naast het water wat daar begint of eindigt. Hier lagen de beurtvaartschepen die hun diensten onderhielden met plaatsen in de directe omgeving maar ook verder weg.
Vollenhove en Blokzijl liggen bij wijze van spreken "om de hoek", Sneek en Leeuwarden als handelscentra zijn ook bevaarbaar. Maar vanuit Oldemarkt naar Groningen varen dat is al een ander verhaal. De vaarwegen door Friesland en Groningen waren bescheiden van omvang. De moderne vaarverbinding via het Van Starkenborghkanaal kwam pas eind jaren 20 tot stand tussen Groningen en Gaarkeuken. Daarmee werd het smallere Hoendiep tussen Groningen-Hoogkerk-Poffert-Enumatil en Briltil overbodig. Behalve dat het Hoendiep bevaarbaar was, was de factor wind ook van groot belang. Anders was er al snel een jaaglijn nodig om het schip toch nog een beetje vooruit te krijgen. Of dat de jongste opvarende in de jaaglijn mocht gaan hangen of de schippersvrouw of dat er een paard werd gehuurd voor dat werkje hangt allemaal af van de verdiensten die te verwachten waren met de opbrengst van de lading van het schip.
Groningen was als grootste stad in Noord Nederland een belangrijk handelscentrum op velerlei gebied. Als beurtschipper wilde je wel een concessie hebben om daarheen te mogen varen. Het kost jaarlijks een som geld maar dan was je een jaar lang zeker van een monopolie positie. Vracht en passagiers moesten de schipper weer van inkomen voorzien. Soms zijn er tabellen bewaard gebleven van de kosten voor het vervoer van de meest uiteenlopende zaken.
Vanuit Oldemarkt was het via het Mallegat en de Linde een stukje varen om bij Kuinre op de Zuiderzee te komen, en dan is Amsterdam "onder handbereik". Een van de producten die hoe dan ook vanuit Oldemarkt over zee werd verscheept was de boter die op de markt in Wolvega was ingekocht. In Oldemarkt was ook een markt. Het is bekend dat de beurtschipper vraagt om een goede verbinding tussen Oldemarkt en Peperga waar een station is om bij aankomst van de trein te zorgen voor een koets zodat de kooplieden snel ter plaatse kunnen zijn en uiteraard ook weer op tijd kunnen worden afgezet bij het station om hun reis terug te kunnen ondernemen.
Het vervoer van boter was een gewaagde onderneming, zuivel is gevoelig voor temperatuur. Bederf ligt op de loer. Om die reden was er alle belang bij een snelle handel en een snel kunnen overvaren van deze producten naar Amsterdam waar het vervolgens op zeeschepen werd overgeladen.
Transport over water was van vitaal belang tot aan de komst van de spoorlijn en een landelijk netwerk, dat zou in het 3e kwart van de 19e eeuw aangelegd worden waardoor het beurtveer uit de mode raakte.
Tot dat moment moeten er tal van beurtschippers de oversteek uit vrijwel alle havenplaatsen langs de Zuiderzee naar Amsterdam hebben gemaakt. Dat Amsterdam wel controle wilde hebben over al die beurtveren blijkt wel als de burgemeester van Amsterdam aan de burgemeester van een gemeente schrijft dat de platbodem "Aaltje" uit de vaart moet worden genomen omdat er gebreken aan zijn geconstateerd.
Dit jaar is het thema van de Dag van de Geschiedenis: Oost-West, beurtveren en beurtschippers die vanuit tal van havenplaatsen over de Zuiderzee hebben gevaren zouden zomaar een rol van betekenis kunnen spelen bij de uitwerking van dat thema. De Zuiderzee als 19e eeuws verkeersplein.
Het Veerhuis van Oldemarkt stond er tot voor kort een beetje haveloos bij, maar het is nu weer helemaal opgeknapt.
bijdrage geplaatst: 1 juli 2020
afbeelding: auteur