Verhaal

Schipperskind en -vrouw blijft het varen niet trouw

20130907_151629.jpg Corry Blok-Plas

Herinneringen aan de eenzame jeugd van een schipperskind met woeste golven, gevaarlijke sluizen en veel onzekerheid in de oorlog.

klipper 2 (2).jpg

De klipper zonder zeilen

Pietje de Vroome- Bergsma zag in 1932 het levenslicht op Texel. Haar Friese ouders verdienden de kost door met de klipper “Op hoop van zegen” vracht te vervoeren. Voor de gelegenheid van de geboorte van haar eerste kindje was moeder Bergsma ingetrokken bij vrienden op Texel. Vader Bergsma voer met zijn vracht verder en was dan ook niet aanwezig bij de geboorte van zijn dochter Pietje. Pietje bleef enig kind en groeide op aan boord van de klipper. De roef stond achter op het schip. Eerst was het een zeilschip met alleen een hulpmotortje voor de zijschroef, dat het dus moest hebben van de wind. Later verdwenen de zeilen en werd er een dieselmotor ingebouwd.

klipper.jpg

Vader Bergsma had geen vaste routes maar ging naar waar de schippersbeurs hem wilde hebben. Vaak waren dit tochten over het IJsselmeer maar nadat de motor was ingebouwd, bracht de vracht de familie ook verder het land in. Voor Pietje was het een eenzaam bestaan als enig kind. Zij bezocht de lagere school in plaatsen waar het schip  afmeerde. Ze kreeg dan een map mee met opdrachten, die op de volgende school weer werden nagekeken. Echt tijd om vriendinnen te maken kreeg Pietje niet. Zij vond het dan ook verschrikkelijk om steeds weer naar andere scholen met vreemde kinderen te gaan. Ze herinnert zich nog goed de lagere school in Maasbracht. Deze was gevestigd op een ark en het verschil met de andere scholen was, dat hier alleen maar schipperskinderen in de klas zaten. En gedeelde smart is halve smart … Maasbracht, in het noorden van Limburg, was lange tijd de grootste binnenhaven van Europa. Maasbracht werd door veel schippers als thuishaven gekozen en staat ook bekend om zijn sluis in het Julianakanaal met een verval van 11,85 meter. Dit is het grootste verval van alle sluizen in Nederland. Pietje de Vroome kan zich deze sluis ook nog herinneren en was er als kind best een beetje angstig voor. Zo ook voor de vaartochten over het IJsselmeer als het stormde en woeste golven tegen het schip aan beukten. Het is altijd goed afgelopen met de “Op hoop van zegen” maar er zijn in die jaren diverse vrachtschepen met man en muis gezonken op het “kleine” IJsselmeer.

Een zorgelijk leven zo voor de jonge Pietje en toen brak ook nog de oorlog uit toen ze pas twaalf jaar was. De klipper werd op een gegeven moment gevorderd door de Duitsers en ingezet om soldaten te vervoeren. De familie Bergsma bleef wel op het schip wonen. Aan het eind van de oorlog lagen ze een hele poos in de spoorhaven van Enkhuizen. Pietje weet het nog goed. Ze lagen opzij afgemeerd bij een groter schip en het was de bedoeling dat beide schepen zouden worden afgezonken voor de havens van Enkhuizen. De “Op hoop van zegen” voor de oude haven en het langere schip was bedoeld voor de spoorhaven om zo geallieerde troepen de toegang te versperren. Ook dat was weer geen vrolijk vooruitzicht maar gelukkig liep het goed af. Voordat de Duitsers er erg in hadden, werd Enkhuizen bevrijd en kon de “Op hoop van zegen” haar tocht vervolgen.

Tjalk (2).jpg

de tjalk "Ambulant"

Alle zorgen, die het varende leven voor Pietje met zich meebracht, beletten haar niet om ook voor een varende echtgenoot te kiezen. Zij ontmoette natuurlijk ook niet veel andere mannen, buiten schippers en schippersknechten. Marten de Vroome, Drenth van geboorte, vervoerde vracht met een gemotoriseerde tjalk “Ambulant” samen met zijn moeder en zus, nadat zijn vader overleden was. Na hun huwelijk in 1953 stapte Pietje over van de klipper op de tjalk en voer zij samen met Marten vrolijk verder over de Nederlandse wateren. Tijdens die varende jaren werden hun twee kinderen geboren. Niet aan boord want de kleine bedstee in de roef was daar volgens Pietje niet geschikt voor. Zij verkoos het ziekenhuis. Voordat de kinderen leerplichtig werden, besloten Pietje en Marten om aan de wal verder te leven. Marten kon sluiswachter in IJmuiden worden en toen was de keuze snel gemaakt. Na een paar jaar verhuisde Martin naar de sluis in Spaarndam en trok de familie daar in de sluiswachterswoning. Pietje woont daar nu nog steeds met plezier maar wel een beetje eenzaam sinds Marten vijf jaar geleden overleed. Zij heeft een mooi uitzicht op het Spaarne en kijkt tevreden terug op haar leven, waarvan het varen inmiddels slechts een derde deel uitmaakt!

klipper 3 (2).jpg

Met dank aan mevrouw P. de Vroome-Bergsma