Verhaal

Een leven lang nabij de havens van Enkhuizen

20130907_151629.jpg Corry Blok-Plas

Niet de grote vaart maar de Staverse boot werd bepalend in het leven van Anton Brat.

DSC01967 (2).JPG

Anton Brat met een aandenken aan de Staverse boot

Anton Brat (1935) is een geboren en getogen Enkhuizer. Tot op de dag van vandaag ontmoet hij veel dames, die hem kennen van, en soms ook door hem opgeleid zijn in, de keuken van het bejaardenhuis Overvest, waar hij als kok werkte. Inmiddels is hij al zo’n 28 jaar met pensioen.

Hij heeft eigenlijk zijn hele leven als kok gewerkt en begon al op zeer jeudige leeftijd. Toen hij 14 jaar was ging hij werken bij juffrouw Marie (Meijknecht) in de Port van Cleve. Daar werd hij ingezet in de bediening maar ook in de keuken voor allerlei klusjes. Hij werkte daar een jaar of zes maar de jonge Anton wilde wel wat meer van de wereld zien; hij droomde van de “grote vaart” Toen hij zijn droom eens aan Piet Oud van de stationsrestauratie vertelde, regelde die een baantje als kok voor hem op de Staverse boot. Met drie keer heen en weer per dag van Enkhuizen naar Stavoren niet direct hetzelfde als de “grote vaart” maar ja, je moet ergens beginnen zal Anton gedacht hebben en het was in ieder geval varen…

brat 2 (2).jpg

Anton achter de pannen op de Staverse boot

Zo trad hij in de jaren vijftig in dienst bij rederij Koppe, die de veerdienst naar Stavoren onderhield. Er werd in die tijd nog veel vracht naar Friesland vervoerd, dat per trein in Enkhuizen arriveerde. Anton zorgde voor de warme hap aan boord. Maar liefst ’s middags en ’s avonds werden er warme maaltijden geserveerd voor de mensen, die de tocht naar Stavoren of andersom maakten. Toen nog veel meer mannen, die voor zaken heen en weer gingen, dan toeristen. Er werd dan ook nog het hele jaar door gevaren, tenzij ijsgang dit onmogelijk maakte. In de kleine kombuis (zie foto) bereidde Anton het eten, gebakken paling, schol en tong, biefstukken, karbonades en gehaktballen met aardappels en groenten en soep voor. Anton was van alle markten thuis. Al waren gehaktballen een gewaagd product op zo’n boot, die rolden op een slingerend schip wel eens van de borden over de vloer.

17 november 1959 werd een dag, die Anton altijd zou bijblijven. De bemanning van de Staverse boot zag op de overtocht een Zeeuwse mosselkotter, die zinkende was. Zij schoten te hulp en probeerden te redden wat er te redden viel. Het lukte om een visser, die zich had vastgeklampt aan de mast, aan boord te krijgen. Helaas verdronken de andere drie opvarenden, waarvan de schipper voor hun ogen. Van de overlevende, D. Scheltus, kreeg Anton een zilveren asbak met inscriptie.

brat asbak.jpg

“Uit dank voor de redding 17-11-1959, D. Scheltus” is gegraveerd in de asbak

Ondanks deze zwarte dag had Anton het naar zijn zin op de boot, al was het hard werken zeven dagen per week van ’s ochtends zes tot ’s avonds negen uur. Hij had een eigen hutje, waar hij min of meer in woonde. Nog leuker werd het toen Johanna Gerssen in de bediening kwam werken. Zij kwam uit Urk maar verkoos gelukkig de Staverse boot boven de Urker. Zij vond Anton blijkbaar woest aantrekkelijk en dat was wederzijds, want zij trouwden enige tijd later met elkaar. Een huwelijk dat 54 jaar zou duren totdat Johanna in 2014 overleed.

Toen Johanna aan de wal bleef en er een zoon geboren werd, was het varende leven ook voor Anton niet meer zo aantrekkelijk. Hij koos voor de wal en trad in dienst bij Gerrit Steen van het Wapen van Enkhuizen. In die tijd een populaire dancing, waar hij bekende artiesten als Gert en Hermien en Peter Koelewijn zag optreden. Halverwege de jaren zestig deed de mooie gelegenheid zich voor om samen met zijn gezin het huis “tussen twee haven” te betrekken. Dit was bijzonder gelegen en wellicht het mooiste plekje van Enkhuizen. Het bood Anton en Johanna de gelegenheid om vanuit huis hun geliefde Staverse boot te zien aankomen en vertrekken in de Spoorhaven. De andere kant bood uitzicht op de drukke buitenhaven.

DSC01969 (2).JPG

Het huis "tussen twee havens"

Omdat werken in de Horeca ook zo zijn nadelen heeft, trad Anton in 1970 in dienst van toen nieuw geopende Overvest. Omdat hij het koken in de praktijk had geleerd, moest hij nog een paar diploma’s halen maar dat was geen probleem. In Overvest ging hij koken voor de bejaarde bewoners en deed dat tot aan zijn Vut op 58-jarige leeftijd. Hij vond zich te jong om niks te doen en bleef zijn vak een paar dagen in de week uitoefenen bij Dikke Mik.

In de jaren negentig wilde de gemeente Enkhuizen het havengebied vernieuwen en moest de woning “tussen twee havens” tot verdriet van Anton en zijn vrouw plaats maken voor een nieuw toilet- en horecagebouw. Een troost was het dat zij de woning naast de poort van het Snouck van Loosenpark konden betrekken met toch nog zicht op de haven.

Na het overlijden van zijn vrouw woonde hij daar alleen. Hij miste haar erg maar kon gelukkig wel zelf voor zijn potje zorgen, totdat hij kortgeleden verhuisde naar Westerhof. Daar wordt voor hem gekookt maar mist hij naast zijn vrouw, het uitzicht op de haven.   

Foto's: door auteur en uit het archief van Anton Brat.