De ogen van mijnheer Broekhuizen lichten op als hij over zijn vader begint te spreken. Vol trots vertelt hij dat zijn vader, Jan, een ondernemende man was, zeker voor die tijd. Op zijn 16e vertrekt Jan naar Hamburg om te gaan werken. Werken op je 16e was natuurlijk niets vreemds, in die tijd , maar om vanuit Tiel helemaal naar de havens van Hamburg te vertrekken was wel weer even iets anders.
Op zijn 18e wordt Jan opgeroepen door het leger, ‘voor zijn nummer’. Niet lang daarna breekt de 1ste wereldoorlog uit en wordt Jan langs de Nederlands-Belgische grens gestationeerd om bewakingsdiensten uit te voeren. Noodzakelijk natuurlijk, maar wellicht ook niet zo spannend voor zo’n actieve jongeling. De diensten bestaan vooral uit veel herhaling.
Dan wordt het gebied rondom de Zuiderzee, in januari 1916, opgeschrikt door een storm die het waterpeil gevaarlijk doet stijgen en de dijken onder spanning zet. De storm veroorzaakt overal moeilijkheden, hier en daar breekt een dijk door, en er is veel mankracht nodig om het water weer onder de duim te krijgen. Het detachement waar Jan zich in bevindt wordt opgeroepen om te helpen. Ze worden naar Andijk gestuurd; een voor hen obscuur dorpje ergens in het noordwesten. Veel leden van het detachement hadden nog nooit van Andijk gehoord!
In Andijk aangekomen was het goed aanpoten. Er moest hard gewerkt worden om ervoor te zorgen dat de dijk, die verzwakt was, niet door brak. In ploegendiensten werd daar dag en nacht aan gewerkt. Het water stond net zo hoog als de dijk en af en toe gutste er behoorlijk wat water vervaarlijk overheen, wat de mensen in de huizen die direct aan de dijk gelegen waren natte voeten bezorgde en voor heel wat schade zorgde.
Toch was er, ondanks dat er even hard gewerkt moest worden om het water terug te vechten, ook ruimte om te ontspannen. Tijdens één van zijn vrije avonden loopt Jan een Andijkse dame tegen het lijf die zijn wereld op zijn kop zet. Jan wordt op slag verliefd en de liefde blijkt wederzijds. De liefde is zelfs zo serieus dat Jan besluit om na zijn dienstplicht terug te keren naar Andijk om hier samen een leven op te gaan bouwen.
Het leven in Andijk was wel even wat anders dan wat Jan gewend was. Er waren hier vooral agrarische bedrijven. De leden van het detachement waren bij verscheidene boeren onder gebracht. Zo kon Jan toch al wat meekrijgen van wat het leven hier inhield en zich voorbereiden op zijn leven na zijn dienstplicht. Als hij een tijdje later terugkeert gaat Jan dan ook bij zo’n agrarisch bedrijf aan de slag.
Hij had in het begin geen goed idee van wat er van hem verwacht werd, maar Jan is slim en een snelle leerling. Het leven is anders, maar Jan vindt er zijn draai, sticht er zijn gezin en blijft hier de rest van zijn leven. Zo hebben het water en die paar angstige nachten hem een heel nieuw leven bezorgd.