Schoon drinkwater, in Nederland kennen we al ruim een eeuw niet anders. Je zet de kraan open en er stroomt water uit dat geschikt is voor alle huishoudelijke doeleinden.
Voor 1900 was de situatie totaal anders. Iedereen zal weten dat de grachten in het stedelijk gebied in de periode tussen 1600 en 1880 open riolen waren. Dat kwam omdat veel bedrijfjes in de stad waren gevestigd, maar vooral aan water, omdat dit van belang was voor het productieproces.
Echter, al die bedrijfjes produceerden ook weer afvalwater, en dat kwam op datzelfde stadswater in de gracht terecht. Leerlooierijen, bierbrouwers, wasserijen, de slager/slachter, huishoudelijk afval etc.
Dat het op een zomers dag en bij weinig wind met recht uren in de wind kon stinken langs de grachten zal niemand verbazen. Stedelingen die het zich konden veroorloven waren gedurende de zomermaanden elders, zie de voorbeelden van de buitenplaatsen langs de Vecht in Utrecht, of de borgen in Groningen.
Het behoeft geen betoog dat dit sterk vervuilde water van invloed is op de volksgezondheid. Medio 1860 is er sprake van een cholera epidemie. De stedelijke overheid voelt zich dan genoodzaakt om te zorgen dat er drinkwater beschikbaar komt dat van een betere kwaliteit is. Doel is om de epidemie in te dammen.
Op veel plaatsen worden dan waterkelders aangelegd. Hier wordt hemelwater in opgevangen en tegen betaling van een paar cent per emmer verkocht. Het hemelwater werd opgevangen van kerkdaken.
De bevolking maakt op deze manier kennis met een publieke dienst. Inwoners die het zich konden veroorloven kochten zelf al een pot waar een carbonfilter in was geplaatst. Dit was echter een kleine pot die uitsluitend voor huishoudelijk gebruik bestemd was en om thee of koffie mee te zetten en misschien om te gebruiken bij het koken.
De geschiedenis laat zien dat medio 1900 de eerste drinkwaterbedrijven worden opgericht. Ook weer een publieke taak. In Steenwijk wordt medio 1906 door het College van Burgemeester en Wethouders een voorstel voor de aanleg van een waterleidingnet aan de gemeenteraad voorgelegd voor besluitvorming.
In het voorjaar van 1907 krijgt ingenieur J. Olthof uit Rotterdam de opdracht voor de aanleg van het leidingnetwerk in de stad Steenwijk, de levering van de materialen zal gebeuren door F.W. Braat in Delft.
Deze firma was in 1884 opgericht en leverde ijzeren ornamenten. De uitbreiding van de werkzaamheden met buizen voor een leidingnetwerk past binnen de groeigedachte van het bedrijf.
Steenwijk heeft geen 'zichtbare' watertoren, maar iedereen weet dat het waterreservoir in de kerktoren van de Grote, of Sint, Clemenskerk op een van de zolders is geïnstalleerd (op de afbeelding te zien). Het waterreservoir kon 150 m3 water bevatten. Het moet een enorme klus zijn geweest om de bouwmaterialen zoals cement en leidingen op die plaats te krijgen. Het reservoir is nog tot 1969 in gebruik geweest.
Vanaf dat moment was het mogelijk om het netwerk in de stad aan te leggen en huishoudens te voorzien van drinkwater.
In april 1907 stemt de raad over het voorstel waarin het tarief voor het drinkwater wordt vastgesteld. Dat was gebaseerd op draagkracht aan de hand van de waarde van de woning. Nu kennen we een tarief dat is opgebouwd uit twee delen:
1: vastrecht voor de levering
2: voor het werkelijke verbruik.
Er gaan inmiddels stemmen op om het drinkwatertarief anders te gaan berekenen. Voor ieder huishouden wordt een basisverbruik vastgesteld. Al het verbruik daarboven zal volgens een duurder tarief in rekening worden gebracht. Dat brengt ieder huishouden voor de keuze om anders met water om te gaan dan tot nu toe het geval is. Alle luxe kubieke meters zoals voor de tuin, een zwembad, het wassen van de auto etc. zal een ander, en beduidend hoger, tarief kennen.
Het is een oproep om na te gaan of inwoners zelf weer een waterkelder aan kunnen leggen om zo het hemelwater op te vangen, te filteren en daarmee voor huishoudelijk gebruik geschikt kunnen maken. Een enkeling doet dit inmiddels. En misschien is dit de volgende fase in het proces '0' op de meter. Iedere woning die nu gebouwd wordt moet zelf elektriciteit opwekken en gasloos zijn. '0' op de meter voor water zou wel eens realiteit kunnen worden.
De voorbeelden zijn bekend: de particulier die 100 jaar geleden al een pot met een carbonfilter had gekocht, en de huishoudens die twee kranen hadden: voor koken en wassen en een voor het schrobben van de stoep.
Terug naar Steenwijk. Vooralsnog werd alleen Steenwijk voorzien van een waterleidingnetwerk. Het landelijk gebied kwam bijna dertig jaar later aan de beurt met de bouw van de watertorens in Tuk en Barsbeek. Daarmee kregen plaatsen als Blokzijl, Sint Jansklooster en Vollenhove ook drinkwater aan huis. Het gebruik van de waterput was vanaf dat moment verleden tijd. De Zuiderzee was zout en na de afsluiting lange tijd brak. Dat was geen geschikt water om een lekker kopje koffie of thee mee te zetten.
bijdrage geplaatst: 15 november 2023
afbeelding: auteur