Schipper O. van de Berg in de stuurhut van de "Urk"
Tegenwoordig varen de mannen door het Krabbersgat de bezoekers naar en van het Zuiderzeemuseum heen en weer maar dat is niet altijd hun werk geweest. Op een zonnige zondagmiddag in juli 2016 voer ik mee op de boten van het ZZM door het Krabbersgat. Carl was de eerste schipper, die ik sprak.
Carl Edens werd langs de Amstel geboren en ging al jong spelevaren op de Vinkeveense Plassen. Na een verhuizing naar Hoorn werd het IJsselmeer zijn habitat. Nadat hij was opgegroeid met de verschillende boten van zijn vader, verwierf Carl in 1984 het eigendom van een oude visserskotter, de Texel 39, later omgedoopt in de HD 160 maar bekender in Nederland onder de naam “Lammie”. In 1974 berucht en beroemd geworden als smokkelschip van hasj uit Libanon. In april 1974 werd de Lammie op de Noordzee door maar liefst drie schepen van douane en marine achtervolgd. Traangasgranaten werden ingevlogen door een helikopter en er werd gericht geschoten. Uiteindelijk liet de bemanning het schip zinken en werd zelf gered door het douaneschip.
De zinkende Lammie
Carl charterde met dit schip dat inmiddels was omgebouwd en van twee masten met zeilen voorzien, op de Oostzee en later vooral op de Waddenzee en het IJsselmeer. Er was ruimte voor 12 personen.
Rond 2001 had hij genoeg van het charteren en begon een carrière als scheepstimmerman. Hij timmerde zowel aan het interieur van voornamelijk charterschepen als het exterieur. Carl maakte van een boomstam zwaarden, roeren en masten! In 2008 verkocht hij zijn werf en emigreerde naar Frankrijk. Daar restaureerde hij gedurende een aantal jaren een boerderijtje en creëerde daar omheen zijn eigen “hof van Eden(s)”.
Maar hoewel dit allemaal plaats had in de buurt van de havenstad Brest, was het toch te ver van het water. In 2011 keerde Carl terug in Friesland waar hij weer als scheepstimmerman aan de slag ging. Op een goede dag maakte een kennis hem attent op de uitdagende baan van schipper bij het ZZM. En zo vaart Carl nu voor het 2e jaar heen en weer………………….. en geniet daarvan.
De boten van het ZZM zijn vernoemd naar de oude Zuiderzee eilanden. De tweede boot waarop ik meevoer was de “Urk” en hoe kan het ook anders …………. daar sprak ik met schipper Otto.
Otto van de Berg is een geboren en getogen Urker. Eens is er bij de burgerlijke stand een foutje gemaakt en de n van “den” verdwenen maar hij is gelieerd aan het eeuwenoude Urker vissersgeslacht “van den Berg”, in Urk beter bekend als de “Juten van Rooie Juut” van de UK 60. En alleen daarom al was het voorbestemd dat Otto visserman zou worden. En zo geschiedde ……………….
Als tiener viste Otto eind jaren 60 op het IJsselmeer op paling. Toen de kuilvisserij werd verboden zocht hij zijn heil op de Noordzee. Daar begon hij op een boomkorkotter met een motor van 190 PK en eindigde in 2000 op een kotter met 3300 PK. Deze grote kotters kunnen helaas niet meer de thuishaven Urk bereiken door hun diepgang. Zij blijven in het weekend liggen in havens als IJmuiden, Zoutkamp, Lauwersoog en Harlingen. De kabeljauw-, tong- en scholvangst wordt wel per auto naar Urk vervoerd, waar het over de afslag gaat en verder wordt verwerkt in de grote bloeiende visindustrie van Urk. Lees meer over het vissersleven van Otto in Een leven vol avontuur
Zo vader, zo zoon: de UK 57 “Hermina” waarop de zoon van Otto schipper is.
Het vissen op de Noordzee brengt met zich mee dat de bemanning de hele week van huis is, van maandagochtend tot zaterdagochtend. Onder meer omdat Otto het thuisfront tevreden wilde houden, stopte hij rond 2000 met vissen. Er volgde een jaar van werken op een fabriek, een jaar zonder water en om snel te vergeten!
Sinds 2002 is Otto volkomen gelukkig met het heen en weer varen van bezoekers door het Krabbersgat. En niet te vergeten: om vanuit Urk op zijn werk te komen doorkruist hij iedere keer weer het IJsselmeer!
Uit het bovenstaande blijkt dat de schippers van het ZZM geen saaie mannen zijn maar van alle markten thuis!
gepubliceerd: 26-07-2016
Foto’s en bron: douane.atspace.eu, kotterfoto.nl
Ook dank aan de matrozen: Tine en Lobke.