De Houtribdijk met spuisluizen nabij Lelystad
Op de kop af 40 jaar nadat de dijk Enkhuizen – Lelystad door Prins Claus symbolisch werd gesloten bezoek ik een lezing van Petra van Konijnenburg van Rijkswaterstaat over de aanstaande versterking van de Houtribdijk. Zij is de omgevingsmanager van dit grote project.
De dijk voldoet niet aan de wettelijke veiligheidsnormen en wordt versterkt binnen het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Het is één van de laatste projecten dat binnen dit programma moet worden uitgevoerd. Er zitten scheuren in de dijk en onder water zijn er verzakkingen. Wat wil je ook na veertig jaar, bij mensen moeten dan ook vaak de eerste zichtbare scheuren met botox gevuld worden en de verzakkingen hier en daar verstevigd maar dit terzijde.
Daarbij komt dat de dijk niet gebouwd is om aan twee kanten door het water geteisterd te worden. Er was immers een polder, de Makerwaard, aan de zuidzijde gepland. Deze is er nooit gekomen maar dat is een ander verhaal. Intussen fungeert de dijk als een grote golfbreker in het IJsselmeer. Als de dijk er niet zou zijn, dan zou bij een zuidwester storm het water 2 meter hoger tegen de Friese dijken aanslaan of waarschijnlijker er over heen.
De versterking houdt in dat de dijk de komende 50 jaar voldoet aan de veiligheidsnorm. Dit betekent dat hij een storm moet kunnen hebben, die zo zwaar is dat die gemiddeld één keer in de 10.000 jaar voor kan komen. Het lijkt een beetje overdreven maar ja je weet het nooit... dus er moet geen half werk worden geleverd. En het mag ook wat kosten: ruim 150 miljoen Euro. Ter vergelijking: met de archipel “Markerwadden” is slechts 75 miljoen gemoeid.
Bij Rijkswaterstaat zijn ze er al vanaf 2012 mee bezig samen met een ingenieursbureau voor het ontwerp. Inmiddels is duidelijk dat er twee soorten van versterking zullen worden toegepast. Vanaf Enkhuizen naar Trintelhaven – het haventje ongeveer halverwege de dijk – wordt de dijk overslag bestendig gemaakt door zandopspuiting en het stuk vanaf Trintelhaven naar Lelystad door harde breuksteen met asfalt eroverheen. Het zandgedeelte is natuurlijk mooier en beter voor de natuur maar dit is op het andere deel door de diepte van het water, hier en daar 5 meter, niet te realiseren, te duur.
Het schetsplan van de werkzaamheden (klikken voor vergroten)
De versterking heeft nog een grappige bijkomstigheid. De gemeente Urk krijgt er een overzees gebied bij. Weliswaar slechts ter grootte van 1 ha en onder water gelegen maar het is ze gegund! De gemeente Enkhuizen breidt uit met circa 70 ha. maar ook dit gebied ligt onder de waterspiegel. Nee dan Lelystad, dat krijgt er totaal 150 ha. bij aan ieder kant van de Dijk 75 ha. zandige oever, waarop de natuur zich kan ontwikkelen.
Eerst zullen er aan de Markermeerzijde dammen op zo’n 300 meter vanaf de dijk worden aangelegd en in de tussenliggende ruimte wordt het zand gespoten. Zo’n 8 tot 12 miljoen m3. Dit zand zal worden gewonnen op een andere plek in het Markermeer. Bij de zandwinning moet rekening worden gehouden met zaken van archeologische waarde. Er liggen zowel maritieme als préhistorische objecten. Die laatste bevinden zich op zo’n diepte van 12 meter onder NAP. Met beide zal voorzichtig moeten worden omgegaan. We willen natuurlijk niet dat een in 1918 gezonken houten tjalk, die er ook nog ligt, in brokken in de zandzuiger verdwijnt.
De aanbesteding gaat nu van start en het is de bedoeling dat de werkzaamheden plaatsvinden tussen medio 2017 en medio 2020. De weg mag tijdens de werkzaamheden niet afgesloten worden en de vertraging mag maximaal 10 minuten bedragen! Daarnaast moet de aannemer rekening houden met een aantal natuurbeschermingsregels, zoals de rui van de kuifeenden, de paringstijd van de spiering en nog één of ander klein riviervisje, dat af en toe het IJsselmeer in zwemt. Ook is er nog het stormseizoen, dat tegenwoordig volgens mij het hele jaar door loopt. Ik ben benieuwd of medio 2020 gehaald wordt.
De kuifeend verdient een rustige rui!
De dijkrijders kunnen de komende jaren genieten van de werkzaamheden en de kuifeenden. Helaas voor hen: de rijweg wordt niet verbreed naar vierbaans.
Met dank aan Petra van Konijnenburg, RWS
Foto’s: Rijkswaterstaat