Tot het eind van de 19e eeuw worden spijkers stuk voor stuk gesmeed door de smid. Spijkers zijn dan ware schatten; zelfs oude kromme spijkers worden rechtgeslagen en opnieuw gebruikt.
Ruim honderd jaar geleden heeft elk dorp een smederij. De smid beslaat paarden, maakt en repareert kachels en werktuigen voor de landbouw en visserij. Op het platteland herstelt de smid ook kapotte ketels, melkbussen en sloten. De smid kent de betekenis van het spreekwoord ‘Het ijzer smeden als het heet is…' als geen ander want als het ijzer een temperatuur van 870˚C of hoger heeft is het zo zacht dat hij het met een hamer in de gewenste vorm kan smeden. Het werken in de smidse is niet zonder risico. Door het lawaai van het constante hameren lopen de meeste smeden een gehoorbeschadiging op.
Door technische ontwikkelingen verliest het handwerk van de smid langzaam terrein: rubberbanden vervangen de met ijzer beslagen houten wielen, spijkers worden in de fabriek gemaakt en de tractor verdringt het paard met de hoefijzers.
De onderstaande video laat zien dat er toch nog steeds op ambachtelijke wijze gesmeed wordt.