Op 18 februari 1818 tekende Koning Willem I Koninklijk Besluit nummer 60. De Koning wilde daarmee bereiken dat er voortaan in heel het land nog maar 1 peil zou worden toegepast: het Amsterdams Peil. In Amsterdam was op verschillende punten een steen in de kademuren ingemetseld met daarop het 0 punt. Het 0 punt was destijds bepaald door het water dat tussen de eilanden door via de Zuiderzee de grachten van Amsterdam bereikte. Tijdens een piekmoment werd het 0 punt vastgesteld.
Koning Willem I wilde dat 0 punt vanuit Amsterdam overal in het land gaan toepassen. De eerste opdracht aan de ingenieurs van de waterstaat was om langs de grote rivieren dat 0 punt vast te leggen: hoe hoog of hoe laag zitten we op dat punt van het Amsterdams Peil.
Koning Willem I staat bekend als ,,kanalenkoning" hij had er alle belang bij om die infrastructuur zo goed mogelijk tot stand te brengen, door middel van kanalen kon het land worden ontsloten. Totdat de trein in 1839 ging rijden. Maar ook dan was het nut van het AP nadrukkelijk aan de orde: rechte banen, rechte viaducten, bruggen, sluizen etc.
Tot aan het moment van de ondertekening had ieder Hoogheemraadschap, waterschap en polder wel een eigen waterpeil. Dat zou verwarring teweeg brengen bij het aanleggen van kunstwerken zoals de brug, maar eigenlijk bij alles wat er boven en onder de grond is en wordt gebouwd. Vandaar dat ene verbindende Amsterdam Peil.
In 1891 kwam het tot het NAP: Normaal Amsterdam Peil, en geen Nieuw Amsterdam Peil zoals de spraakverwarring wel eens wil. Er was in 1891 niets nieuws onder de zon, het peil was al in 1818 vastgesteld.
Na 200 jaar is het NAP niet meer weg te denken. Behalve de peilschalen waarvan er enkele zijn afgebeeld zijn er ook duizenden andere pelimerken aangebracht. In totaal 35.000 punten in Nederland zijn uitgemeten ten opzichte van het NAP.
Op de site Geoweb NAP info is te zien waar in uw omgeving zo'n peilmerk is aangebracht.
Op de grote foto is een bout in een muur te zien, in dit geval is het de muur van een voormalig kerkgebouw aan de Onnastraat 46 in Steenwijk. Dit peilmerk zit ruim 8 meter boven NAP.
De tweede peilschaal is die van het waterschap Drents Overijsselse Delta en zit bij de brug in de Hoogeweg in het plaatsje Ossenzijl (vooral bekend van de Weerribben) over het kanaal Steenwijk - Ossenzijl . Bij veel bruggen, gemalen, sluizen en stuwen kun je een vergelijkbare peilschaal aantreffen. Al is de de getallenreeks op de schaal sterk afhankelijk van het gebied waar de schaal in Nederland is aangebracht. Op deze peilschaal staat het water op - 80 cm NAP.
De derde peilschaal is die bij de sluisdeur langs de dijk, tussen het pand Hindeloopen en het Dijkmagazijn, en zichtbaar in de stadsgracht ter hoogte van de panden uit de Zaanstreek, in het Buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Eigenlijk is dit een peilschaal met een knipoog. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft deze peilschaal met ZZM peil aan het Zuiderzeemuseum geschonken maar is wel officieel ingemeten aan de hand van het NAP. De knipoog is dat het ZZM geen waterschap is en dus geen eigen peil kan voeren, soms zijn er leuke uitzonderingen mogelijk. De peilschaal geeft een waterstand van + 20 cm NAP aan. Bij de Markerhaven staat nog een peilschaal op het droge.
De vierde peilschaal laat de omrekening zien van W.P. naar N.A.P. Dat was precies wat Koning Willem I beoogde op 18 februari 1818. Het NAP als standaard.
Geen feestje zonder symposium. Op maandag 19 februari 2018 werd in Amsterdam aandacht besteed aan het 200 jarig bestaan van het NAP. Prof. dr. P.J.E.M. van Dam (VU Amsterdam) gaf als waterstaatshoogleraar een historische beschouwing over het NAP.
De geodeten van Rijkswaterstaat lieten zien hoe er heden ten dage gemeten wordt: geen meetlinten meer zoals ten tijde van Koning Willem I maar technisch hoogstaande meetapparatuur met barcodes. Er hoeft niets meer te worden genoteerd, alle meetgegevens worden direct digitaal opgeslagen. De toepassing van de drone als jongste loot aan de 200 jarige NAP stam is straks even gewoon bij het vaststellen van het peil als ooit het meetlint is geweest. Iedere tijd geeft nieuwe mogelijkheden.
En dan nu de tegenhanger van al dat meten. Nederland kantelt een beetje. Dat wordt uit al die jarenlange cijferreeksen wel duidelijk. Rijkswaterstaat meet in een cyclus van 5 tot 10 jaar weer een deel van het land opnieuw in. Per periode een ander deel van het land. Dat levert heel veel getallen op en dat levert het bewijs voor de kanteling. Het westen zakt iets naar beneden en de Veluwe komt iets naar boven. Merkt iemand daar iets van? Nee niet echt, het gaat om 1 mm. per jaar, 1 centimeter per 10 jaar en 1 decimeter per eeuw.
Ook het NAP 0 punt is in beweging en moet met regelmaat weer iets worden bijgesteld. Dat 0 punt is in Amsterdam op de Dam te vinden op het plein voor het Paleis op de Dam. In het plaveisel moet ergens een afwijkende steen liggen. Dat is het dan. Is er dan niets om een beetje trots op te zijn? Zeker in het stadhuis aan het Waterlooplein is een echt NAP informatiepunt ingericht. Daar is het 0 punt zichtbaar gemaakt. Daar is ook een dwarsdoorsnede van Holland op zijn smalst te zien: tussen Amsterdam en de kust. Een boeing die op Schiphol staat geparkeerd steekt net met zijn kop boven het NAP 0 punt uit de rest staat onder 0.
Bijdrage geplaatst: 8 maart 2018
afbeeldingen: auteur