Schipper Jan Kroes heeft zijn hele werkzame leven gevaren. Hij werd in 1951 geboren in Darp, vlak bij de Havelterberg. Dat is niet bepaald een plaats, waar je aan varen denkt maar Jan wilde niet liever. Hij had geen studiehoofd en trok de wijde wereld in naar Amsterdam om daar aan te monsteren op een zogenaamd beunschip. Dat is niet om “bij te beunen” maar dit zijn schepen die zand en grind vervoeren. De lading wordt er nat ingespoten, waarna het water er wordt uitgepompt.
Het varen beviel Jan zo goed dat hij toch maar een paar cursussen volgde. Hij haalde o.a. het binnenvaartdiploma. Hierdoor kon hij op zijn 21ste als schipper gaan varen en in dienst treden bij Ballast Nedam en daar is hij gebleven tot aan zijn pensioen.
Ballast Nedam is een groot bouwbedrijf met eigen schepen en de vracht, die Jan vervoerde bestond dan ook uit allerlei verschillende onderdelen voor de bouw en uitbreiding van diverse grote projecten. Zo heeft hij veel zand van IJmuiden naar Schiphol vervoerd. Grind vanuit Limburg en België en duizenden heipalen en zand voor de aanleg van wegen o.a. de N 210 en de A5. Brugdelen voor nieuw aan te leggen bruggen, railstukken voor de aanleg van de Randstadlijn, en onderdelen voor de bouw van Almere. Je kunt het zo gek niet bedenken of Jan heeft het op zijn schip gehad en zo heeft hij bijgedragen aan de ontwikkeling van de moderne infrastructuur van Nederland.
Op de foto een bijzonder werkschip van Ballast Nedam van 65 meter lang met een stuurhuis voorop, dat kan zakken om onder vaste bruggen door te kunnen. Als de lading op een bouwlocatie gelost is – in dit geval betonelementen voor een parkeergarage – worden de ballasttanks met water gevuld om op de terugweg ook onder de vaste bruggen door te kunnen.
Het bracht hem overal in Nederland, als het maar via het water bereikbaar was, en ook wel in Noord-Duitsland en België. Het waren wel voornamelijk reisjes door de week, de weekenden ging hij naar huis naar vrouw Carla en twee dochters. Met Carla is hij inmiddels al 52 jaar getrouwd en in het begin van zijn huwelijk verruilden zij Amsterdam voor Grootebroek. Goede herinneringen heeft Jan aan de tijd, dat zijn vrouw bij hem als matroos op zijn schip voer. Dit was nadat hun dochters de deur uit waren. Samen met hondje Jackie, een Jackrussellterriër, voeren zij over kanalen en “de brede rivieren, die traag stromen door oneindig laagland, terwijl de stem van het water met zijn eeuwige rampen wordt gevreesd en gehoord”. (Uit “Denkend aan Holland” van Hendrik Marsman)
Rampen heeft Jan gelukkig nooit meegemaakt. Het spannendste wat hij zich kan herinneren, was dat hij eens vlak voor de kerst in een mistveld op het IJsselmeer belandde. Radar was nog niet aan boord en Jan was genoodzaakt om voor anker te gaan. Even vreesde hij de Kerstdagen niet thuis te kunnen vieren maar gelukkig trok de mist op tijd op.
Nadat er kleinkinderen waren geboren, hield Carla het varen voor gezien en maakte Jan de tijd tot aan zijn pensioen vol met andere matrozen. Na zijn pensioen bleef het water toch trekken en Jan is dan ook heel tevreden als oproepschipper op een veerboot van het ZZM. Na de grote schepen, die hij altijd door Nederland loodste, draait hij voor een veerboot vol met museumbezoekers zijn hand niet om. Zelf bezit Jan ook nog een polderschuit, waarmee hij met familie en vrienden bij mooi weer een rondje Streekbos doet.
Tot zover het varende leven van Jan Kroes, een geboren schipper uit Drenthe. Lees ook de verhalen van De schippers van het ZZM en hun band met het water (1) t/m 7.
Foto’s: archief Jan Kroes