Freek Kalf (1953) heeft zeker iets met water. Hij groeide op in Oud-Loosdrecht, had een lange carrière bij de waterpolitie te Amsterdam en is nu actief als (oproep) schipper bij het Zuiderzeemuseum. Echter zijn grote hobby is een molen… Nee, het is geen watermolen maar een ouderwetse windmolen: “de Stofmolen” in Wijdenes.
Het was op een autoloze zondag in 1973 toen Freek tijdens een fietstochtje vanuit Loosdrecht in Abcoude belandde en daar gefascineerd raakte door een windmolen. Deze molen draaide en pompte het water uit de polder. Freek aanschouwde dit van dichtbij en kreeg nog net geen “klap van de molen” maar werd wel gegrepen door de werking van molens. Hij ging een opleiding volgen voor (vrijwillige) molenaar. Nadat hij deze cursus met succes had afgerond, was hij ook al een beetje ingeburgerd in de wereld van de vrijwillige molenbeheerders. Toen zo’n post in 1976 vrij kwam in Wijdenes, werd Freek daar benoemd tot molenbeheerder van “de Stofmolen”.
de Stofmolen met woonhuis
Het houten gedeelte van deze molen stamt uit 1792 en was in bezit van de familie Honig in de Zaan. In 1911 nam de Coöperatie van Wijdenes dit deel over en werd het geplaatst op een stenen onderbouw van 6 meter hoog. Het geheel diende ter vervanging van de oude “Stuivermolen”, die schuin achter de huidige plaats van de Stofmolen stond. Het verhaal gaat dat die oude molen door een weduwe met stuivers was aangekocht. Vandaar “Stuivermolen” dat in de loop der jaren is verbasterd tot “Stofmolen”, volgens Freek.
Afijn, de Coöperatie gebruikte de molen om tarwe, gerst, mais tot veevoer te vermalen. De stenen waren te grof voor broodmeel, maar het was dan ook een Coöperatie van boeren, niet van bakkers! In 1923 werd er een stenen gebouw aan de molen gebouwd, waarin een elektrisch maalmechanisme werd geplaatst. Dat was handig voor de dagen waarop er geen wind was. In 1952 werd de coöperatie opgeheven en kwam de gemeente Wijdenes in bezit van de Stofmolen voor het bedrag van één gulden. Sinds die tijd wordt de molen, een monument, beheerd door vrijwilligers.
In 1976 komt waterpolitie Freek dus in beeld, die het als zijn hobby ziet om de molen zo af en toe te laten draaien. En daar komt nog heel wat bij kijken. Er is altijd wel wat onderhoud te doen en om de wieken te laten draaien moet je er eerst in klimmen. Anders kun je de zeilen niet uitvouwen en vastmaken. Je moet zeker geen hoogtevrees hebben want dan heb je al last op de houten omloop (ervaring van auteur), en dan moet je nog die 11,5 meter hoge wiek in. Daarbij moeten de wieken uiteraard ook nog op de wind worden gezet, anders wordt het niks. Hiertoe moet aan het grote wiel, ofwel het kruirad worden gedraaid. Dus je kunt niet zeggen in een vrij halfuurtje: “laat ik de molen eens even laten draaien.”
Het is dan ook wel handig als je een beetje dicht bij de molen woont. Tot 1986 woonde Freek op ruim een half uur rijden van de molen, maar in 1986 stond de aanbouw van de molen leeg. Toen heeft Freek samen met de gemeente dit gebouw omgetoverd tot woning. Sinds die tijd slaapt hij lekker “tegen de molen aan”. Een mooie oplossing: zo kan hij, als hij vrij is en de wind waait, meteen in de wieken klimmen om het gevaarte in gang te zetten. Niet alleen op de molendagen maar ook als hij er zin in heeft. De eerste jaren werd er nog veevoer gemalen maar tegenwoordig is daar in de veehouderij geen vraag meer naar. Dus wordt er nu weinig meer vermalen tussen de stenen. Voorbijgangers met interesse voor de molen staat Freek vriendelijk te woord.
De molenstenen staan er nu werkeloos bij. Zij zijn overigens verpakt in houten kuipen om te voorkomen dat het gemalen meel alle kanten opvliegt.
Toch trok na zijn pensionering het water en varen ook nog. Daarom solliciteerde Freek met succes bij het ZZM als oproepschipper. Tijdens zijn politiewerk behoorde het Noordzeekanaal, het Amsterdam-Rijnkanaal, het Noordzeekanaal, het IJ en deel van het IJsselmeer tot zijn werkterrein. Dat is nu beperkt tot het Krabbersgat maar hij heeft het reuze naar zijn zin op de veerboten want is, als het zo uitkomt, ook inzetbaar als matroos. De conclusie is dan ook: schipper, matroos en molenaar, voor Freek Kalf is dat niet raar.
Foto’s: F. Kalf en auteur