Verhaal

Botvissen op het IJsselmeer

Fallback image Jurie van den Berg

Met de visserij op bot moet je je niet te snel rijk rekenen, zo blijkt maar weer.
Bot vangen betekent dan ook “iets niet krijgen”.

bot visserij.jpg

Vissermannen aan de haven van Urk in de tijd voor de afsluiting

Na de oorlog verlegde mijn grootvader Jurie van den Berg (zie ook Wat een Urker jongen nooit zou vergeten en Jauwk van Jan van Diene ) zijn bedrijf naar de Noordzee. In 1946 kwam de eerste kotter voor de Noordzee in de vaart de UK 60 en in 1949 de tweede de UK 61.

In het gezin van mijn grootouders werden maar liefst 8 zonen geboren en slechts 1 dochter. De oudste zonen gingen met de 60 en 61 naar zee. Ondanks het vele werk met netten maken (alles was handwerk) wilde Jurie een vaartuig om zelf mee te vissen. Hij hield al die jaren zijn vergunning voor het IJsselmeer vast en kocht een klein vrachtscheepje na de oorlog om zelf mee te vissen. Aanvankelijk ingeschreven als UK 61 werd in 1949 dit voor de IJsselmeervisserij verbouwde vaartuig ingeschreven als UK 88 “Acht Gebroeders”. Ook was dit vaartuig een leerschool voor de jongste twee zonen van Jurie, Jurie geboren in 1933 en Klaas in 1937. Eerst hoofdzakelijk de palingkuilvisserij in het seizoen van mei tot oktober maar grootvader wilde ook wel eens wat anders. Daarover onderstaand verhaal.

bebe Jurie op kant in makkum (2).jpg

Bebe Jurie op de kant in Makkum

Na het kuilseizoen wilde Jurie met staande netten op bot vissen. Er werd een beug netten gemaakt en de bedoeling was om de netten te schieten bij het Vrouwenzand bij Stavoren. Er woedde een storm en besloten werd om uit te varen na de storm. Zo gezegd zo gedaan. Na het schieten van de netten zei grootvader: “we pakken het eerst geschoten netje op en pakken er een paar botjes uit om vanavond in de haven van Stavoren te bakken”. Groot was de verbazing toen bleek dat de netten vol zaten met bot. Dus werd de hele beug netten binnen gehaald en de grote hoeveelheid bot eruit gehaald en opnieuw weer in zee gezet.

In de avond lopen ze de haven van Stavoren binnen en jongste zoon Klaas van 13 bakt een lekker maaltje bot. Een oude Staverse visserman komt even buurten en geniet ook van de gebakken bot. Jurie vertelt trots dat er al 4 wichies (400 pond) bot in zat gelijk na het schieten en dat morgenochtend de netten wel zullen uitpuilen van de bot. Maar de oude Staversman tempert Jurie zijn optimisme door te vertellen dat hij blij mag zijn als er morgen de helft in zit. Grootvader Jurie zit raar te kijken en gelooft er weinig van. Maar de andere ochtend blijkt de oude visserman gelijk te hebben. Er zit nauwelijks 2 wichies (200 pond) in. Hoe kan dit?

Wel de oude visser vertelde dat na een zware storm er allemaal zand en modder door het water zweeft en daarna allemaal neerdaalt. De bot heeft er een hekel aan als er teveel zand en modder op hem daalt en schiet dan weg over de bodem om het zand van zich af te schudden. Als na een tijdje het zand e.d. neergedaald is, schiet de bot niet meer zo fanatiek over de bodem en is daarom moeilijker te vangen. Wat dus verklaart wat de oude visserman vertelde. De andere ochtend komt de UK 88 binnen in Stavoren met dus nauwelijks de helft van de vangst van de dag daarvoor. De oude visserman stond op de kant en vroeg naar de vangst waarop mijn grootvader Jurie zei: “Je hebt gelijk gekregen”!

Foto's: archief Jurie van den Berg